Beleid rond het verblijf van kinderen en jongeren na coronatijd

Kinderen op een rij een spel met treden aan het spelen.

Bij het begin van de coronamaatregelen moest voor elk kind en elke jongere die verbleef in een voorziening of pleegzorg een stabiele keuze gemaakt worden rond verblijfplaats gedurende de duurtijd van de maatregelen. Afstemming rond de inschatting van de mogelijkheden, en het opmaken van veiligheidsafspraken of -plannen, kon vaak slechts beperkt door de snelheid waarmee dit uitgevoerd moest worden. Een keuze voor de voorziening of het pleeggezin betekende geen bezoeken meer van of aan de ouders. Waar al een plan terug naar huis was, was een versnelde terugkeer naar huis veelal mogelijk. En ook voor een aantal andere kinderen en jongeren is gekozen om hen in hun thuiscontext te laten verblijven.

Opgroeien, samen met het VAPH en de vertrouwenscentra kindermishandeling, bereidt zich momenteel voor op het einde van de COVID-19-crisis. Als de coronamaatregelen versoepelen, moet opnieuw een doordachte keuze worden gemaakt rond de verblijfplaats van de minderjarige. In trajecten waar het de voorbije weken thuis goed is verlopen, is het niet perse nodig om de kinderen en jongeren te laten terugkeren naar hun voorziening. Want een verblijf in een residentiële voorziening blijft uiteraard heel ingrijpend. Bovendien is het belangrijk om de inspanningen van de jongeren, hun context én de hulpverleners voldoende te honoreren. Dat stelt de oorspronkelijke indicatiestelling op zich niet in vraag, maar de crisis wordt gezien als een kans om voor deze kinderen gericht na te gaan of ze toch thuis kunnen blijven, al dan niet mits bijkomende of aangepaste ondersteuning en/of de flexibele inzet van behandel- en trainingsplannen. Nu al starten met de voorbereidingen is cruciaal: dat kan hoop en perspectief bieden aan kinderen, jongeren en hun gezin.

Dit vraagt concreet:

  • het in beeld krijgen van alle kinderen en jongeren die een residentieel traject lopen, maar momenteel door de coronagerelateerde maatregelen in de thuiscontext verblijven;
  • een onderbouwde inschatting maken van de mogelijkheid om verder verblijf thuis mogelijk te maken, of een noodzaak aan (gedeeltelijke) terugkeer naar de residentie;
  • het uitwerken van een plan op maat van elk kind of jongere, met de noodzakelijke randvoorwaarden en afspraken;
  • indien een jeugdrechter betrokken is, wordt dit plan voorgelegd.

Daarnaast is het belangrijk ook ruimer lessen te trekken en te leren uit de ervaringen van kinderen, jongeren, hun gezinnen én hun hulpverleners over wat gewerkt heeft in deze crisistijd, en wat ook in andere tijden een meerwaarde kan zijn voor het vormgeven van jeugdhulptrajecten en voor het beleid inzake verblijf in de toekomst.

Meer weten? Lees de beleidsnota over verblijf na coronatijd