Deradicaliseren dankzij intensieve opleiding

Man die uitleg geeft aan een groep mensen die op stoelen zitten

Jongeren deradicaliseren via een intensieve vorming, dat is de opzet van SERA. Het Europese project werkt aan preventie van secularisatie en radicalisering in gevangenissen en gesloten voorzieningen. “Het is moeilijk om jongeren uit die greep te houden, maar je laat altijd een spoor na”, zeggen Ilse Mariën en Benny Leesen van hogeschool UCLL.

Hogeschool UCLL neemt deel aan het Europese project SERA. Samen met enkele partners uit Frankrijk, Turkije en Malta werken ze rond de preventie van secularisatie en radicalisering in gevangenissen en gesloten voorzieningen. Onze hogeschool heeft ervaring met educatieve vormingspakketten”, legt Benny Leesen uit. “We hebben net een vormingspakket opgesteld dat we de volgende maanden zullen testen in de gemeenschapsinstellingen De Kempen (Mol) en De Grubbe (Everberg).

Lage drempel

Doelpubliek van het vormingsprogramma zijn 14- tot 30-jarigen waarvan de begeleiding vermoedt dat er risico is op radicalisering. Samen met de SERA-partners begon het team van hogeschool UCLL een jaar geleden met het samenstellen van het vormingspakket, eerst met een literatuurstudie vergelijkend onderzoek naar de factoren die ervoor zorgen dat jongeren radicaliseren. “Daarna bekeken we welke aspecten in een pakket of opleiding aangewezen zijn. Het pakket concentreert zich op diverse thema’s, zoals psychologie, belief (overtuiging), socialisatie en social skills.” UCLL gebruikt de basispiramide van Mazlov en Pinto, die een variant maakte voor interculturele communicatie met de focus op niet-westerse culturen. “In het vormingsprogramma hebben we veel aandacht voor de basisbehoeften, zoals fysiek welbevinden, veiligheid en primaire noden. We stoppen ook veel reflectie in het programma, met een accent op het weghalen van de vooroordelen en mensen helpen keuzes maken. “We gaan bijvoorbeeld bekijken welke vooroordelen er rond voeding bestaan: de jongeren kunnen zelf hun ingrediënten kiezen en we laten hen samen koken. Maar er is ook ruimte voor mindfulness of sport. Dit resulteert in een intensief programma van vier weken waarbij we zowel individueel als in groep werken.”

Kantelen

Leesen en Mariën stelden het vormingsprogramma intussen voor in De Kempen en De Grubbe en het wordt de komende maanden uitgetest. Tegen januari 2019 willen de opvoeders voldoende feedback hebben zodat ze het pakket kunnen verbeteren en verspreiden. Of het mogelijk is om jongeren te deradicaliseren, hangt volgens Leesen van verschillende factoren af. “Het is vaak moeilijk om hen uit de greep van radicalisering te houden. Jongeren die in voorzieningen terechtkomen, hebben vaak al een traject van kwetsbaarheid of daderschap achter de rug.” Hij beseft dat gevangenissen of gesloten instellingen vaak een broeihaard zijn van radicalisering. “Je hebt een concentratie van jongeren die kwetsbaar en vatbaar zijn. Gevangenissen en voorzieningen zijn er alert voor maar kunnen het niet altijd verhinderen.”
Kan zo’n vormingspakket radicalisering wel omkeren? Mariën en Leesen zijn bescheiden. “We leggen de lat met opzet laag. Maar dat hoeft ons niet te ontmoedigen en te zeggen dat we niets moeten doen. Het is een goed programma. We kunnen misschien niet alles voorkomen en oplossen maar het geloof en de goesting zijn er wel. Dat zegt iets over het lot van de opvoeder. Met passie, geloof en overtuiging kan je al iets betekenen zonder dat je daarvoor wetenschappelijk onderbouwt dat er iets veranderd is. Je laat altijd wel een spoor na. Daar moet je durven voor gaan en daarom doen we ook mee aan het project.”