Hoe werkt Jeugdhulp?

Voor heel wat vragen, noden of problemen rond opgroeien en opvoeden, volstaat eenvoudig advies. Meestal kan men daarvoor terecht bij iemand uit de directe omgeving: een ouder, een buurvrouw, een oom, een leerkracht … Maar soms volstaat dat niet, of is er niet meteen iemand te vinden bij wie men terecht kan.

Brede instap

Dan staat de brede instap klaar. Dat zijn diensten die heel laagdrempelig zijn. Men kan daar dus meteen terecht voor informatie of advies, nl. een inloopteam of consultatiebureau Kind en Gezin (Opgroeien), een centrum leerlingenbegeleiding (CLB), een centrum algemeen welzijnswerk (CAW) of het Jongerenaanbod van het CAW (JAC). Zij zoeken samen met kind, jongere en ouders uit wat er aan de hand is en kiezen een passende oplossing.

Soms volstaat een eenvoudig advies of kortdurende hulp. Is er meer specifieke ondersteuning nodig? Dan wordt met veel zorg doorverwezen naar een gespecialiseerde dienst.

Probleemgebonden hulp

Die gespecialiseerde dienst kan de probleemgebonden hulp zijn. Deze is ook rechtstreeks toegankelijk maar werkt rond heel specifieke problemen of noden.

Probleemgebonden hulp wordt geboden door:

Jeugdhulp binnen Opgroeien

Soms krijgen kinderen, jongeren of ouders te maken met situaties die ze niet de baas kunnen en waar de brede instap of probleemgebonden hulp onvoldoende antwoord kunnen bieden. Bij ernstige of langdurige problemen en noden kunnen ze in contact komen met de jeugdhulp via verschillende kanalen:

  • Jongeren en hun ouders kloppen rechtstreeks aan bij een specifieke dienst of organisatie voor begeleiding en ondersteuning.
  • De intersectorale toegangspoort regelt de toegang tot intensieve en ingrijpende vormen van jeugdhulp. Deze hulpvormen zijn niet-rechtstreeks toegankelijk. De intersectorale toegangspoort onderzoekt welke hulpvorm het meest aangewezen en zoekt uit wie de hulpverlening effectief kan uitvoeren. De aanmelding verloopt via een hulpverlener.
  • Is er sprake van een verontrustende situatie en loopt de hulp vast of wordt deze niet aanvaard? Dan kan een gemandateerde voorziening (ondersteuningscentrum jeugdzorg of vertrouwenscentrum kindermishandeling) de hulpverlening mee opvolgen of nieuwe hulp opstarten. Dan is sprake van maatschappelijke noodzaak.
  • Jongeren die een delict hebben gepleegd of bij wie vrijwillige hulp niet meer kan in een zwaar problematische leefsituatie, kunnen doorverwezen worden naar de jeugdrechtbank. Een consulent van de sociale dienst jeugdrechtbank zal de situatie van de jongere onderzoeken. Op basis van dat onderzoek beslist de jeugdrechter wat er het best met de jongere gebeurt. De consulent volgt de uitvoering van de beslissing van de jeugdrechter op.
  • De voorzieningen en projecten in de jeugdhulp worden erkend en gesubsidieerd door Opgroeien. Ze organiseren hulpverlening – residentieel, ambulant of mobiel – voor kinderen en jongeren met een ondersteuningsnood of in problematische leefsituaties. Het agentschap staat ook in voor de organisatie van de pleegzorg.
  • De jeugdrechter kan een jongere die een delict heeft gepleegd of hiervan wordt verdacht, plaatsen in een publieke jeugdinstelling
  • Bij een onverwachte crisis staat een netwerk van diensten klaar.
  • Als de hulpverlening moeilijk verloopt, wordt ingezet op een jeugdhulp zonder breuken.
    • de teams continuïteit zetten onder meer in op cliëntoverleg en bemiddeling;
    • de teams jonge kind werken rond de zorggarantie voor het jonge kind om (dreigende) uithuisplaatsing zoveel mogelijk te vermijden. 

Andere jeugdhulp

Er zijn ook nog vormen van jeugdhulp die buiten het toepassingsgebied van de integrale jeugdhulp valt. Hierbij gaat het vooral om kinder- en jeugdpsychiatrie, drugshulpverlening …