Wie volgt de voorwaarden op die het Openbaar Ministerie oplegt?

De voorwaarden van het Openbaar Ministerie (OM) zijn limitatief. Het OM stelt deze voor aan de minderjarige en de ouder(s) of opvoedingsverantwoordelijke. Er is sprake van maximale instemming, vrijwilligheid de minderjarige. Het werken met voorwaarden biedt de kans voor de minderjarige om zich te engageren om zo een doorstroom dieper in het gerechtelijk systeem te vermijden

De minderjarige en zijn/haar context zijn zelf verantwoordelijk om te bewijzen dat ze de voorwaarden naleven. Dit gebeurt in samenspraak met de diensten die instaan voor de uitvoering van de voorwaarden. De filosofie hierachter: de instemming en het constructief opnemen van de verantwoordelijkheid door de minderjarige en zijn context (zie artikel 2van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019 tot inrichting van de gemeenschapsinstellingen en tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht.

Concreet betekent dit dat volgende diensten mee instaan voor de opvolging van de voorwaarden:

  • het volgen van een schoolse of professionele vorming of opleiding: school of vormingsinstelling;
  • het volgen van een leerproject (maximaal dertig uur): dienst herstelgerichte en constructieve afhandeling (HCA);
  • de richtlijnen volgen van een ambulant centrum voor geestelijke gezondheidszorg, voor seksuele opvoeding of een centrum voor de behandeling van alcohol- of drugsverslaving (maximaal dertig uur): het ambulante centrum, bijv. Centrum Geestelijke Gezondheidszorg, een Centrum Algemeen Welzijnswerk, een ambulante dienst binnen de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg,…
  • het aanmelden bij een door de gemeenschap georganiseerde dienst van hulpverlening: de erkende dienst die de hulpverlening uitvoert.

Na het uitvoeren van de voorwaarden, wordt een ‘verslag’ gemaakt waarin minimaal de identificatie, de aanwezigheid en de voortgang van de jongere wordt besproken. Dit verslag wordt toegevoegd aan het dossier en geldt als ‘attest’ dat de voorwaarden gevolgd werden. De Procureur des Konings bepaalt aan de hand van dit verslag of de jongere de vastgelegde voorwaarden heeft nageleefd. Op basis daarvan maakt hij een proces-verbaal op en vervalt de strafvordering.

Opm. Voor het toezicht op het naleven van een plaats- en contactverbod (art. 11, § 1, 1° en 2°) wordt nog steeds de politie ingeschakeld.