Voor de jongere

Het is niet altijd gemakkelijk om alle stappen in de jeugdhulp alleen te zetten. Vaak zullen je ouders je daarin ondersteunen. Maar soms gebeurt dit niet, wil je dat liever niet of hebben je ouders andere belangen. Volgens het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en binnen het kader van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht heb jij als kind of jongere die jeugdhulp krijgt, recht op bijstand van een vertrouwenspersoon. Dat geldt ook voor je ouders.

Wat is een vertrouwenspersoon?

Als je aanklopt bij een hulpverleningsorganisatie (zoals een jongeren advies centrum JAC of centrum voor leerlingenbegeleiding CLB), of als je bijvoorbeeld begeleid wordt door een dagcentrum of verblijft in een voorziening, dan mag je steeds iemand meebrengen die jij vertrouwt en bij wie jij je goed voelt. Die persoon is dan je vertrouwenspersoon. Deze zal je steunen waar het kan en helpen verwoorden wat jij niet gezegd krijgt. Hij ondersteunt je ook bij de uitoefening van je andere rechten, zoals:

  • het recht op informatie;
  • het recht op toegang tot je dossier;
  • het klachtrecht;
  • ...

Je hebt altijd recht op een vertrouwenspersoon maar je bent niet verplicht om er één aan te duiden.

Ook de persoon die jij zou willen kiezen als vertrouwenspersoon is niet verplicht om die opdracht te aanvaarden. Voor de steun die je vertrouwenspersoon je geeft, wordt hij trouwens niet betaald. Hij heeft ook geen recht op verlof wanneer hij je bijstaat tijdens zijn werkuren.

Wie kiezen?

Jij mag je vertrouwenspersoon zelf kiezen. Al zijn er wel een aantal voorwaarden:

  • hij is meerderjarig (+18 jaar);
  • hij heeft niets te maken met de hulp die je nu krijgt;
  • hij kan een uittreksel uit het strafregister (model 2) voorleggen.

Je kiest best iemand met wie je een goede band hebt: bv. een tante, een vriend(in), een leerkracht, een leider uit de jeugdbeweging of de werkgever tijdens je vakantiejob. Het kan ook iemand zijn die in het verleden belangrijk voor je was, maar met wie je nu misschien minder contact hebt, bv. een buurvrouw die op je paste na school, een meester bij wie je vroeger in de klas zat en die altijd voor je klaar stond ...

Wil je graag een vertrouwenspersoon maar vind je het moeilijk om er één te vinden of te kiezen? Vraag dan raad aan je hulpverlener of begeleider. Hij kan samen met jou bekijken wie in aanmerking komt. Hij kan je ook ondersteunen om die persoon aan te spreken.

Misschien ligt het nog moeilijker, en voel je dat het vinden van een vertrouwenspersoon moeilijk loopt: omdat er niemand is, omdat je niemand wil uit je bestaand netwerk … Dan kan je bij LUS vzw terecht.  Zij gaan samen met jou op zoek. Eerst klaren ze uit wat jij van een vertrouwenspersoon verwacht, waar je nood aan hebt en wat je wil dat jouw vertrouwenspersoon voor jou doet. Tegelijk bekijken ze wie er uit je eigen netwerk belangrijk is voor jou, welke mensen je steunen en er zijn voor jou. Samen met jou gaat LUS zo op zoek naar iemand die jouw vertrouwenspersoon wil en kan zijn. LUS vzw zal die persoon ondersteunen, net als jou, zodat de kans op slagen zo groot mogelijk wordt.

Meer weten? Contacteer LUS vzw op 0497 43 59 23.

Als de persoon die je kiest als vertrouwenspersoon aan alle voorwaarden voldoet, dan kunnen je hulpverleners deze vertrouwenspersoon niet weigeren.

Hoe werkt het?

Een vertrouwenspersoon heeft een aantal belangrijke rechten en mogelijkheden. Denk daarom goed na over wie jouw vertrouwenspersoon kan zijn!

Tip! Zorg dat je de naam, het telefoonnummer en eventueel e-mailadres van je vertrouwenspersoon kent. Zo kan je hem snel bereiken als je dat wilt! In de folder over vertrouwenspersonen kan je ook jullie afspraken noteren.

Als je zelf je vertrouwenspersoon niet kan aanduiden (bv. omdat je te jong bent), dan kunnen je ouders een vertrouwenspersoon voor jou kiezen. Maar soms hebben jij en je ouders verschillende belangen. Bijvoorbeeld wanneer je ouders je mishandelen, dan willen zij misschien dat niemand dit te weten komt omdat zij niet gestraft willen worden. Voor jou is het dan uiteraard wél belangrijk dat er hulp komt. In dat geval zal de organisatie die je helpt of de intersectorale toegangspoort, een vertrouwenspersoon kiezen voor jou. Deze vertrouwenspersoon kan dan ook jouw dossier inkijken in de plaats van je ouders.

Wanneer een persoon optreedt als vertrouwenspersoon moet hij zich ook zo bekend maken. De hulpverlener moet bij een eerste contact met je vertrouwenspersoon - of als hij verneemt wie jouw vertrouwenspersoon is - controleren of die aan alle voorwaarden voldoet. Bij volgende contacten is het voldoende dat je vertrouwenspersoon zich kan identificeren (bijvoorbeeld door zijn identiteitskaart te tonen).

Je kan op elk moment beslissen dat je niet langer wil dat iemand jouw vertrouwenspersoon is, of iemand anders kiezen. Dat wordt dan in jouw dossier genoteerd.

Rechten en mogelijkheden

Je vertrouwenspersoon is er voor jou. Het is de bedoeling dat hij jou zo goed mogelijk bijstaat en ondersteunt. Bespreek daarom van bij het begin:

  • wat jij belangrijk vindt binnen jouw hulpverlening;
  • wat jouw mening is over bepaalde beslissingen;
  • hoe je denkt over de aanpak van sommige zaken.

Spreek ook duidelijk af met je vertrouwenspersoon wanneer je ondersteuning van hem verwacht, en wat jij wil dat hij wel of niet doet. Mag hij gesprekken voeren met hulpverleners zonder dat jij er bij bent? Mag hij je dossier inkijken? ...

Je vertrouwenspersoon kan, gedurende de hele periode dat je jeugdhulp krijgt, door jou of door jouw hulpverleners aangesproken worden over de hulp die je krijgt. Hij zal, indien jij dit wenst, steeds op de hoogte gebracht worden van alle nieuwe beslissingen in jouw hulpverlening. Hij kan, als je hiermee akkoord gaat, zelf hulpverleners aanspreken en bemiddeling of cliëntoverleg aanvragen.

Je vertrouwenspersoon kan jouw dossier inkijken, samen met jou of alleen. Hij kan ook de informatie inzien die jouw hulpverleners en begeleiders jou niet vertelden (men roept dan een ‘agogische exceptie’ in). Dat gaat om informatie die jou zou kunnen kwetsen én waarvan het niet echt nodig is dat je ervan op de hoogte bent.

Wat jij en hulpverleners bespreken met je vertrouwenspersoon is vertrouwelijk. Hij heeft namelijk geheimhoudingsplicht. Hij mag wat hij hoort over jou en jouw hulpverlening niet zomaar bespreken met mensen buiten de jeugdhulp.

Meer weten? Lees de brochure over het beroepsgeheim.

Vertrouwenspersoon of steunfiguur?

Als je iemand wil kiezen in wie je veel vertrouwen hebt, maar die niet aan alle voorwaarden voor een vertrouwenspersoon voldoet (bijvoorbeeld je 16-jarige beste vriendin), dan moeten je hulpverleners die niet noodzakelijk weigeren (maar ze kunnen dit wel). Deze persoon wordt dan steunfiguur of vertrouwensfiguur genoemd.

Deze persoon heeft niet dezelfde rechten en mogelijkheden als een officiële vertrouwenspersoon. Hij heeft bijvoorbeeld geen toegang tot je dossier. Hij heeft ook geen geheimhoudingsplicht, waardoor je hulpverleners niet zomaar alle vertrouwelijke informatie over jou mogen bespreken met deze persoon.