Achter de schermen van het Vlaams detentiecentrum

Het is niet aan ons om te oordelen
In september 2020 verhuisde het Vlaams detentiecentrum van Tongeren naar Beveren. In een afgescheiden vleugel van de penitentiaire instelling kunnen maximaal acht jongeren terecht die door de jeugdrechter uit handen gegeven zijn. Directeur Luc en jongere Aran* geven ons een unieke kijk achter de hoge muren.
*Aran is een fictieve naam.
In Vlaanderen zijn er twee soorten publieke jeugdinstellingen die allebei deel uitmaken van Opgroeien: de gemeenschapsinstellingen en het Vlaams detentiecentrum. In het Vlaams detentiecentrum is er plaats voor acht jongeren die door de jeugdrechter uit handen zijn gegeven omwille van heel ernstige feiten. Zij worden wettelijk niet meer beschouwd als jongeren die vatbaar zijn voor pedagogische maatregelen en worden als volwassene berecht.
Luc (58) is de man die alles in goede banen leidt. Hij is sinds de oprichting in 2009 directeur van het Vlaams detentiecentrum en kent zijn pappenheimers beter dan wie ook.
Op dit moment verblijven er vier jongeren, ouder dan 16 jaar en jonger dan 23 jaar. Zij spreken Luc aan met de voornaam.
Luc: “Uithandengeving is een uitzonderlijke maatregel. Geloof me vrij, elke jeugdrechter die zo’n ingrijpende beslissing neemt, ligt daar wakker van. Er wordt altijd geprobeerd om minderjarigen die feiten pleegden zoveel mogelijk te helpen binnen de mogelijkheden van de jeugdhulp of het jeugddelinquentierecht. Maar soms zijn de feiten zo ernstig of hebben de jongeren al meerdere trajecten in gemeenschapsinstellingen doorlopen, dat de jeugdrechter beslist dat de maatschappij beschermd moet worden. Dan stopt hun traject binnen de jeugdhulp en komen ze hier terecht. Ze kunnen hier blijven tot ze vrijkomen of tot wanneer ze 23 worden. Dan verhuizen ze naar de volwassengevangenis om hun straf verder uit te zitten.”

Elke jeugdrechter ligt wakker van een uit handen gegeven jongere.
Het is dan ook een uitzonderlijke maatregel
Niet oordelen, wel kansen creëren
Volgens Luc behoren uit handen gegeven jongeren tot ‘een speciale categorie’. Bijna allemaal komen ze uit ontwrichte gezinssituaties met diepe wortels in het delinquente leven. Paradoxaal genoeg vertonen zij amper ernstige psychische problemen of een verslavingsproblematiek en zijn ze over het algemeen intelligent.
“Deze jongeren zijn zeker geen doetjes, maar het is niet aan ons om te oordelen. Dat heeft de rechter al gedaan. Onze taak is ervoor te zorgen dat hun straf zo menswaardig en respectvol mogelijk kan worden uitgevoerd. Daar hoort ook kansen creëren bij. In de hoop dat een jongere opnieuw in de maatschappij kan functioneren.”
Belastingbrief leren invullen
Hoe kan je jongeren die zo’n zware straf uitzitten perspectief bieden? “Dat is eigenlijk heel simpel”, vertelt Luc. “Ik stel me altijd in hun plaats. Het blijven jongeren die zo snel mogelijk de gevangenis willen verlaten. Daarom focussen we op re-integratie door hen zo veel mogelijk te enthousiasmeren om naar de les te gaan. Voor ze vrijkomen moet jongeren bewijzen dat een dak boven hun hoofd hebben, een interessante dagbesteding hebben en kunnen aantonen hoe ze hun vrije tijd zullen invullen. Dat is niet evident hoor. In de lessen leren ze over financiën, bijvoorbeeld hoe ze een belastingbrief moeten invullen. Of er komt iemand langs van het huurderssyndicaat om hun uit te leggen hoe een huurcontract werkt. Iemand van de bank komt vertellen hoe ze een bankrekening kunnen openen. Heel praktische zaken die hen echt helpen wanneer ze weer vrijkomen.”

Directeur Luc Van Craenenbroeck
“Ik herinner me bijna elke jongere”
-
Startte zijn loopbaan als opvoeder in de gemeenschapsinstelling van Mol.
-
Werd daarna directeur van het Vlaams detentiecentrum. Die functie oefent hij al meer dan twintig jaar uit.
-
Herinnert zich bijna elke jongere, maar Luca* neemt een speciale plek in.
Luc: “Luca* kende ik al van zijn 14 jaar. Het was de derde keer dat hij opgesloten werd in Mol, ditmaal voor roofmoord. Als campusverantwoordelijke kreeg ik telefoon van zijn begeleider om te melden dat Luca enorme buikpijn had. Ik zag onmiddellijk dat het geen komedie was. Ik wilde de arts bellen, maar Luca weigerde. Het werd alleen maar erger en tegen de regels in ben ik zelf met hem naar de spoedafdeling gereden. Gelukkig maar, want de spoedarts verzekerde me dat het kantje boord was. Hij bleek een gesprongen appendix te hebben."
Uiteindelijk kreeg Luca 30 jaar gevangenisstraf en werd hij overgeplaatst naar het Vlaams detentiecentrum. Hij was er toen ik begon als directeur. Het eerste wat hij zei was: ’Luc heeft mijn leven gered.’ Op zijn drieëntwintigste moest hij naar de gevangenis. Hij bleef me al die tijd schrijven en is nu vrij onder elektronisch toezicht. Ondanks de heel zware feiten heeft hij stilaan zicht op een vrij normaal leven, meestal lukt re-integratie dus wel. Ik hoop van harte dat hij op het rechte pad blijft.”
Bang om terug te keren naar maatschappij
Aran* verblijft al drie jaar in het Vlaams Detentiecentrum. “Ik ben bang om terug te keren naar de maatschappij. Ik wil niet opnieuw mislukken. De voorbije drie jaar heb ik de tijd genomen om stil te staan en na te denken. Het is de eerste keer dat ik zolang vastzit. Geloof me, het raakt je. Ik ben mijn jonge jaren aan het vergooien. Ik kijk er het meest naar uit om bij mijn familie te zijn. Ik ben nog altijd welkom thuis en mijn moeder is me blijven steunen. Niet evident als je weet dat tijd en de gevangenis relaties kapotmaken.”
“Mijn toekomstdromen zijn heel eenvoudig. Ik zou graag een gezin stichten. Een huis kopen, een lening kunnen krijgen. Het simpele leven. Ik wilde in het leger gaan, maar dat is nu geen optie meer door mijn strafblad.”
“Wat ik tegen mezelf zou zeggen, tien jaar geleden? Niets. Ik zou me met een strenge blik recht in de ogen kijken.”
*Luca en Aran zijn fictieve namen.

Afdelingshoofd Magda Massoels
"Perspectief blijven bieden”
“Het nieuwe decreet Jeugddelinquentie probeert snel op de bal te spelen en mogelijkheden te bieden om constructief en responsabiliserend om te gaan met jongeren die een delict gepleegd hebben”, zegt Magda Massoels, afdelingshoofd gemeenschapsinstellingen.
“Er wordt meer ingezet op herstelbemiddeling, begeleiding en schuldinzicht. Als de feiten toch ernstig zijn en geslotenheid nodig is, komen jongeren in een gemeenschapsinstelling terecht. In principe zouden we daarmee voor elke jongere een antwoord moeten vinden binnen de hulpverlening. Maar als een jeugdrechter geen andere mogelijkheid meer ziet, kan hij ook overgaan tot uithandengeving. Met het nieuwe decreet is er gezocht naar manieren om binnen de gemeenschapsinstellingen een langer verblijf mogelijk te maken, als alternatief voor die uithandengeving."
"Maar we worstelen nog altijd met feit dat jongeren bijna 18 zijn en toch ernstige feiten plegen. In uitzonderlijke omstandigheden en onder strikte voorwaarden hebben rechters ook nu nog de mogelijkheid om jongeren onder te brengen in het Vlaams detentiecentrum. Het blijft onze taak om jongeren perspectief te bieden en om in te zetten op re-integratie in de samenleving.”