Chat en hulplijn verlagen drempel voor meldingen kindermishandeling

Elke aangemelde situatie is uniek en wordt ook zo bekeken. Er zijn geen standaardstrategieën beschikbaar
Jaarlijks komen 10.000 meldingen binnen bij de zes Vertrouwenscentra Kindermishandeling (VK). “Dat is nog maar de top van de ijsberg. Kindermishandeling en -misbruik worden nog altijd ondergerapporteerd”, zegt Erik Van Dooren, directeur van het VK Brussel. Om de drempel te verlagen, zijn de hulplijn 1712 en de chatfunctie in het leven geroepen.
Fysiek en seksueel misbruik, emotionele mishandeling of psychologisch geweld. Voor alle ernstige situaties van geweld op kinderen is het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) het aanspreekpunt. In elke Vlaamse provincie en het Brussels hoofdstedelijk gewest is er zo’n vertrouwenscentrum.
60.000
Internationaal wordt het aantal mishandelde kinderen geschat op 3 tot 5 procent. Het gaat dan niet over de zogenaamde pedagogische tik maar wel over riemslagen, blauwe plekken, ernstige vormen van emotionele mishandeling of verwaarlozing, levensbedreigende situaties en seksueel misbruik. Voor Vlaanderen en Brussel zou het gaan om 60.000 gevallen. “Concrete cijfers hebben we niet, kindermishandeling wordt altijd ondergerapporteerd”, zegt Erik Van Dooren, directeur van het VK Brussel. “Het zou interessant zijn mochten we kindermishandeling in Vlaanderen en Brussel beter in kaart kunnen brengen en kunnen nagaan of onze hulp effectief het misbruik indijkt.”
Verschuivingen
De vertrouwenscentra zijn ongeveer dertig jaar jong. Ze ontstonden vanuit de maatschappelijke bewustwording rond het thema kindermishandeling bij enkele universitaire ziekenhuizen in Antwerpen, Brussel en Leuven. De huidige benaming is veel meer ladingen gaan dekken door verschillende verschuivingen van de voorbije twintig jaar. “We zijn gestart vanuit de hulpverlening bij kindermishandeling en misbruik binnen gezinnen”, legt Erik Van Dooren uit. “Dit is geleidelijk aan uitgebreid naar vormen van kindermishandeling buiten de gezinnen zoals zorg voor slachtoffers van extrafamiliaal misbruik. Een bijzondere vorm hiervan is het seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen jongeren. Dit werd vroeger nauwelijks gemeld maar komt nu geregeld voor.”
Door het decreet integrale Jeugdhulp kregen de VK’s ook een nieuwe opdracht. Ze onderzoeken of het maatschappelijk noodzakelijk is dat er, hulpverlening komt in het gezin, al dan niet gedwongen.Zo doen de centra nu op basis van een kennisgeving door het parket onderzoek naar de ernst en hulpverleningsmogelijkheden bij kindermishandeling en volgen indien nodig deze situaties op. “Door al deze veranderingen is de naam van de centra een verzamelnaam geworden voor een diversiteit aan opdrachten, maar altijd met het kernthema: kindermishandeling.”
We hebben een dialoogcultuur waarbij de inbreng van iedere medewerker belangrijk is en gericht is op de belangen en de veiligheid van de betrokken kinderen
Intakegesprek
Meer dan 90 procent van de meldingen gebeurt telefonisch en komt van onderwijs- en welzijnsvoorzieningen. “Wanneer een van deze instanties belt, geven we hen in de eerste plaats advies zodat ze zelf stappen kunnen ondernemen om de veiligheid van de kinderen te garanderen,” legt psychologe Karolien De Ruyck uit. “We voorzien handvaten en richtlijnen zodat ze in eerste instantie kunnen uitzoeken hoe ze het meeste kans op resultaat hebben.”
Vereist de situatie dat het VK overneemt, dan regelt ofwel de voorziening of het VK een intakegesprek. “Voor het eigenlijke gesprek maken we met het team al een inschatting van de ernst van de situatie”, zegt de Ruyck. “Gaat het over een actuele noodsituatie, is er al hulpverlening ingeschakeld, zijn er concrete veiligheidsrisico’s? We bekijken ook of het gesprek met het CLB of andere hulpverleners al een aanzet tot hulpverlening bevat of juist niet.”
Op basis van deze informatie, maakt het VK een plan van aanpak. Daarbij ligt de focus op de veiligheid van de kinderen en in tweede instantie de herstelmogelijkheden. Wat heeft het gezin nodig om het geweld te doen stoppen? “Elke aangemelde situatie is uniek en wordt ook zo bekeken. Er zijn geen standaardstrategieën beschikbaar”, zegt psychologe Evi Verdoodt. “Het is de bedoeling dat de band tussen de gezinsleden en de hulpverlening (bijvoorbeeld CLB of Kind en Gezin) zoveel mogelijk intact blijft maar een heldere doorverwijzing blijft belangrijk.”
De meeste VK’s werken multidisciplinair. “We werken zowel systemisch als contextueel en oplossingsgericht”, verduidelijkt Erik Van Dooren. “De VK’s zijn geen dienst voor langdurige begeleiding. We doen dus geen opnames of thuisbegeleiding. Een brede waaier gezinnen stroomt na een paar maanden door, sommige na enkele jaren. De intake is het begin van een procesdiagnostiek waarbij we evalueren wat dit gezin nodig heeft in functie van het belang en de veiligheid van het kind.”
Teambeslissing
Na het intakegesprek brengen de medewerkers het dossier terug naar het team om de sterktes en groeimogelijkheden van het gezin te bespreken alsook de onveiligheid en de aanwezige risico’s. Het belangrijkste is dat de kindermishandeling stopt en dat herhaling vermeden wordt. “We nemen nooit individueel een beslissing, het gebeurt altijd binnen het team”, legt Evi Verdoodt uit. “Dat is ook de sterkte van de vertrouwenscentra. Bij een buitenhuisplaatsing of het afsluiten van een dossier beslist een medewerker nooit alleen. We hebben een dialoogcultuur waarbij de inbreng van iedere medewerker belangrijk is en gericht is op de belangen en de veiligheid van de betrokken kinderen.”
VK Brussel werkt geregeld met twee medewerkers binnen één gezin. Dit heeft vooral te maken met de complexiteit van de situaties en de nood om ouders en kinderen een eigen plaats te geven. De informatie wordt daarna samengelegd om tot een gedeelde visie over de situatie te komen. “Door met twee te werken, houd je elkaar in evenwicht. De beslissingen worden gedragen en je eigen emoties komen niet in de weg te staan. Er is altijd iemand die op afstand meevolgt.”
Soms voelen jongeren zich alleen op de wereld. Ze beseffen te weinig dat ze niet de enige zijn die zich zo voelen en dat ze mensen in hun eigen omgeving kunnen aanspreken
Drempel meldingen verlagen
De VK’s willen de drempel voor het melden van kindermishandeling verlagen, zowel voor professionelen die het VK rechtstreeks contacteren als voor burgers. Voor deze laatste groep riep minister van welzijn Jo Vandeurzen de hulplijn 1712 in het leven, met medewerkers van het VK en van de Centra Algemeen Welzijn. Zij verwijzen ernstige situaties door naar het VK. Bellen naar 1712 kan tijdens de kantooruren.
Aangezien jongeren zelf niet altijd gemakkelijk de weg naar hulpverlening vinden, bieden de centra als antwoord hierop chat aan. Op nupraatikerover.be kunnen kinderen en jongeren met een team van vijf mensen chatten, van half zeven tot tien uur ‘s avonds.
“De chat is er voor jongeren die slachtoffer of getuige zijn van misbruik of mishandeling”, legt Ilse Van Campenhout uit. De medewerkers werken heel procesgericht. Ze gaan na wat de vraag van de jongere is: willen ze informatie of is een doorverwijzing aan de orde? “Als de jongeren dit willen, kunnen ze anoniem chatten. Zelf antwoorden we niet anoniem, we maken ons kenbaar want we willen een band met hen opbouwen. Soms willen ze de eerste keer gewoon hun verhaal vertellen, op hun eigen tempo. Maar de jongeren krijgen de mogelijkheid om verschillende keren te komen chatten.” Daarnaast normaliseren de medewerkers ook bepaalde zaken. “Soms voelen jongeren zich alleen op de wereld. Ze beseffen te weinig dat ze niet de enige zijn die zich zo voelen en dat ze mensen in hun eigen omgeving kunnen aanspreken.”

Nieuwe opdracht
Naast de reguliere werking heeft het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling dus ook de opdracht om onderzoek te doen naar de maatschappelijke noodzaak. Wanneer de hulpverleners merken dat het gezin niet wil meewerken en daardoor de veiligheid van het kind in het gedrang komt, kan een beroep worden gedaan op de procedure maatschappelijke noodzaak. “We hanteren dezelfde expertise als bij de reguliere werking maar er komen bij deze gevallen meer procedures en tijdslimieten kijken”, zegt Evi Verdoodt. “We pakken de situatie meer aan vanuit een onderzoek: moeten we als maatschappij hulp installeren binnen het gezin of net niet? Deze gevallen hebben een meer evaluatief karakter.” De maatschappelijke noodzaak zegt niets over de ernst van de feiten. Heel ernstige verhalen blijven soms binnen de reguliere werking terwijl minder ernstige geweldplegingen wel tot maatschappelijke noodzaak kunnen leiden.
Sommige complexe situaties van kindermishandeling vragen een geïntegreerde aanpak van zowel hulpverlening als justitie en politie
Geen eiland
De VK’s zetten heel hard in op samenwerking met andere partners. “Sommige complexe situaties van kindermishandeling vragen een geïntegreerde aanpak van zowel hulpverlening als justitie en politie”, legt Erik Van Dooren uit. “We zitten niet op een eiland. Door het beroepsgeheim communiceerden we vroeger te weinig met elkaar en boden we hulp in verspreide slagorde maar nu zoeken hulpverlening en gerecht elkaar. Daarom krijg je ook de oprichting van de Family Justice Centers waarbij hulpverlening, gerecht en politie samenzitten om een plan op te stellen dat door de drie partijen wordt gedragen en uitgevoerd. Het belang van het kind staat voorop en de rest volgt daaruit, niet omgekeerd.”