De warmte van een thuis

We wilden ons focussen op de voorwaarden die ervoor zorgen dat je je ergens veilig en misschien wel thuis voelt
Een positief beeld van de jeugdzorg ophangen, dat was de reden voor Sylvie Declercq, directeur van het begeleidingstehuis De Brem in Oostende, om met theatergezelschap Studio Orka samen te werken. De voorstelling Inuk toont hoe kinderen overleven wanneer ze een vaste thuis missen.
Twee weken voor de première heerst in de tuin van begeleidingstehuis De Brem, dat deel uitmaakt van het Sociaal Huis in Oostende, grote bedrijvigheid. De decorbouwers hebben er een ‘huis’ neergepoot, waar ze binnenin de laatste hand leggen aan een soort hotellobby, die warmte en huiselijkheid uitstraalt. De acteurs van Studio Orka nemen op de eerste verdieping van het begeleidingstehuis hun teksten door.
Op locatie

Het theatergezelschap werkt altijd op locatie. Voor ‘Zoutloos’ bijvoorbeeld trokken ze naar diverse rust- en verzorgingstehuizen. Studio Orka nodigt voor de nieuwe voorstelling ‘Inuk’ het publiek uit op plekken waar kinderen in ‘niet-thuissituaties’ leven, zoals opvang- en asielcentra. “Met onze voorstellingen willen we minder voor de hand liggende doelgroepen bereiken”, zegt Martine Decroos, artistiek leider van Studio Orka. “Daarom trekken we opnieuw naar plekken waarvan de bewoners zelden of nooit de stap naar theater zetten. Voor deze jongeren is de drempel te hoog, omdat er geen interesse is of de thuissituatie dit niet aanmoedigt. Door zelf die beweging te maken – we staan letterlijk in de tuin van De Brem – weten we dat het wel gebeurt.”
Automatisch verweeft Studio Orka de thematiek van die plekken met het verhaal. “Inuk gaat over nestwarmte: hoe moeten kinderen overleven wanneer ze een vaste thuis missen en noodgedwongen in een andere plek moeten schuilen?”
Samenleven
De Brem is het eerste tijdelijke onderkomen van Studio Orka. In het begeleidingstehuis verblijven kinderen tussen 3 en 18 jaar in drie verschillende leefgroepen. In de vier studio’s wonen jongeren vanaf hun 17de. Directeur Sylvie Declercq kreeg net voor de zomervakantie de vraag van Studio Orka of ze er hun tenten konden opslaan en naar de verhalen van de kinderen en de jongeren mochten luisteren. “Ik was onmiddellijk voor het idee gewonnen”, zegt Sylvie Declercq. “Het is belangrijk dat de jeugdzorg ook eens positief in het nieuws komt. De kinderen die hier verblijven, verdienen dat ook. Al te vaak komt de sector negatief in het nieuws, denk bijvoorbeeld aan de wachtlijsten of het verhaal van Jordy. We willen onze jongeren ook verbinden met de maatschappij, bijvoorbeeld door hen te laten kennismaken met theater.Sowieso stimuleren we onze jongeren om ook activiteiten buiten de Brem te ondernemen.”
Toen Martine Decroos op een zaterdag langskwam, gaf Sylvie Declercq haar toelichting over de werking van de Brem en leidde ze haar rond in het begeleidingstehuis. “Ik vertelde welke kinderen hier terechtkomen, hoe het voor hen voelt om weg te zijn van hun ouders, hoe een dag eruitziet en hoe het is het om opgenomen te zijn en samen te leven met twaalf kinderen die je niet kent.” Martine Decroos beaamt. “We wilden ons niet focussen op de problemen, wel op de voorwaarden die ervoor zorgen dat je je ergens veilig en misschien wel thuis voelt.”
Herkenbaar
Het theatergezelschap liet zich niet alleen inspireren door de uitleg van de directeur, maar ook door de tekeningen die de jongste kinderen maakten en enkele informele contacten. “Een paar keer hebben de acteurs met de leefgroep gegeten. Zo wisten de jongeren ook wat er precies ging gebeuren”, legt begeleidster Lies uit.
Maar er kwam ook veel improvisatie op de vloer aan te pas. Met als resultaat de voorstelling Inuk, een verhaal over schuilen en tot rust komen en vertrouwen winnen, voor de zoveelste keer. Veerkracht vinden en terug boven water komen. Voor Sylvie Declercq klinkt het allemaal heel herkenbaar. “Tijdens de try-out kwam vooral het positieve beeld naar voren, ook al bevinden de kinderen en jongeren zich in moeilijke situaties. De verhalen zijn op een mooie en serene manier verwerkt.”

Telkens aanpassen
De draaideur in het decor bijvoorbeeld is een metafoor die naar de gedwongenheid van de leefgroep verwijst. “Kinderen worden hier bij manier van spreken ‘samengegooid’ en moeten leren samenleven”, merkt Sylvie Declercq op. “Er komt een jongere erbij en er gaat er weer een weg: de samenstelling en de groepsdynamiek veranderen voortdurend. Telkens opnieuw moeten de kinderen hun plek zoeken, ook al hebben ze veel meegemaakt. Voor hen is die voortdurende aanpassing niet makkelijk.”
Gezelligheid
Even herkenbaar is het kerstboompje dat de actrice overal meeneemt ‘want je weet nooit waar je zal terechtkomen.’ “Bij de jongeren is dat voorwerp vaak een knuffelbeest of een dekbedovertrek”, zegt de directeur van De Brem. “Veel jongeren hebben zo’n houvast nodig, het symboliseert voor hen thuis en gezelligheid. De situatie is voor hen vaak heel vluchtig: ze komen op verschillende plaatsen terecht waar ze geen controle over hebben omdat anderen daarover beslissen. Ze moeten telkens met hun hele hebben en houden verhuizen.”
Emotionele waarde
Op een bepaald ogenblik in de voorstelling wordt een van de acteurs heel kwaad. Zijn boosheid is niet in proportie met wat is gebeurd. “Dat merk je hier ook in De Brem,” zegt Sylvie Declercq. “Bepaalde zaken hebben voor de kinderen een grote emotionele waarde: het is een herinnering aan iets of iemand, ze hebben het van hun mama gekregen…. Anderen staan daar niet altijd bij stil of gaan er respectloos mee omdat ze het belang niet kunnen inschatten. En dan is het ook normaal dat de kinderen daar zo op reageren.”
Ook de kinderen en jongeren van De Brem woonden een try-out van Inuk bij. Ze reageerden heel positief. “Het is mooi om de jongeren te zien evolueren”, zegt Martine Decroos. “Van argwaan – wat komen zij hier doen? – tot nieuwsgierigheid en enthousiasme bij de try-out – we willen nog eens komen. Dat is natuurlijk onze opzet. Achteraf stelden de kinderen ons ook veel vragen. Tijdens de try-out hebben we vaak herhaald dat wat ze zien niet echt is, maar toneel. Dat toont aan dat het bij hen leeft en hen raakt. Het komt wel binnen. De kinderen hebben heel goed door dat het gaat over mensen die alleen zijn, elkaar opzoeken en vrienden nodig hebben. Net als zij.”
Privacy
Ook de begeleiders van De Brem zijn tevreden over het initiatief. “De voorstelling geeft een beeld van hoe kinderen zonder echte thuis zich voelen in voorzieningen. Voor de jongeren is het fijn te zien dat mensen geïnteresseerd zijn. Dat de jongeren in contact komen met kunst en cultuur is ook positief,” zegt begeleidster Lies. Hoe enthousiast de kinderen ook zijn, de begeleiders en de directeur van De Brem waakten tijdens de voorbereidingen en de repetities voortdurend over de privacy van de kinderen. “Ergens is De Brem hun thuis. Wanneer er nieuwe mensen komen, moeten ze daarvan op de hoogte zijn. Op het terrein zijn we dus heel voorzichtig. We zorgen ervoor dat De Brem voor hen een veilige situatie blijft,” legt Lies uit.
“Het is inderdaad zoeken naar een evenwicht tussen het creatieve proces en de privacy van de kinderen”, voegt Sylvie Declercq er aan toe. “De begeleiders en ik hebben het niet over bepaalde dossiers of verhalen gehad. De jongeren vertelden wat ze zelf wilden. De jongste kinderen maakten tekeningen over wat het betekent om niet thuis te wonen, wat ze missen.” Studio Orka gebruikte deze verhalen ook niet letterlijk. “De antwoorden lagen wel in de lijn van onze verwachtingen”, zegt Martine Decroos. “Door veel te improviseren ontwikkelden we personages die zowel een link hebben met de asielcentra als met de bijzondere jeugdzorg. Met als resultaat deze voorstelling over kinderen die op een plek moeten leven waar ze niet zelf voor gekozen hebben.”