Hannelore Mason schreef masterproef over jongeren en hun jeugdrechters via rapworkshops
Je hebt F… veel voor me gedaan
Hannelore Mason is individueel begeleider in OOOC De Grote Robijn (Jeugdzorg Emmaüs). Ze schreef een masterproef over het beeld dat jongeren hebben van hun jeugdrechter, en hoe dat botst met de bedoelingen van die rechters zelf: “Doe ‘rap’ je verhaal”.
Waarom koos je dit onderwerp voor je masterproef?
Hannelore Mason: “Ik werkte als student al in het onthaal-, observatie- en oriëntatiecentrum De Grote Robijn en daar zag ik heel vaak jongeren met zeer negatieve gevoelens en verhalen terugkeren van de jeugdrechtbank. Ze waren vaak boos op hun jeugdrechter, terwijl ik aanneem dat die er alles aan wil doen om jongeren te helpen. Ik vroeg mij af of dat negatieve beeld bij alle jongeren uit de jeugdhulp speelt, en waar die discrepantie met de bedoelingen van jeugdrechters vandaan komt. ”
Eén jongere zei dat de rechter beter een trainingspak zou dragen, net als hij
Je koos wel een heel aparte werkwijze: rapworkshops. Leg eens uit.
Mason: “Eerst deed ik een literatuurstudie. Er zijn in het verleden al wel wat bevragingen bij jongeren geweest over hun ervaringen met de jeugdrechtbank, maar dan met klassiekere methodes, zoals focusgroepen. Die zijn zeker zinvol, maar ik had toch vaak het gevoel dat jongeren te sociaal wenselijk antwoordden, of dat een deel van de antwoorden vooraf al ingevuld werd. Ik wilde op zoek naar een methode waarbij de leefwereld van jongeren echt wordt aangesproken. In de leefgroep waar ik werk, luisteren veel jongeren naar rapmuziek en ze schrijven ook hun eigen teksten. Jongeren die terugkeren uit de gemeenschapsinstelling van Mol bijvoorbeeld hebben soms hele straffe raps bij. Het voordeel is dat die teksten heel sprekend zijn. Aanvankelijk was ik wat bang dat het allemaal té negatief zou worden – in dat muziekgenre is dat nogal snel het geval. Maar er bleken ook heftige positieve gevoelens uit te komen. In totaal namen 26 jongeren uit verschillende voorzieningen deel aan rapworkshops onder leiding van een muzikant. Vooraan in mijn masterproef heb ik twee raps die daaruit kwamen meegenomen. Die variëren van ‘fuck mijn rechter’, tot ‘je hebt fucking veel voor me gedaan’. (lacht)”
Soms weten jongeren niet of ze nu naar de jeugdrechtbank moeten voor hulp of een straf
Wat zijn de belangrijkste verzuchtingen van de jongeren?
Mason: “Ze hebben vooral het gevoel dat de rechter hun verhaal niet begrijpt en hun wereld niet kent. Eén jongere zei dat de rechter beter een trainingspak zou dragen, net als hij. Ze willen dat de jeugdrechter een vertrouwensfiguur is, iemand die naast hen aan tafel komt zitten en naar hen luistert. Terwijl de jeugdrechter nu vaak aan een toog zit, boven de jongere uit torend. Veel jongeren hebben het gevoel dat er beslissingen worden genomen over hun leven door iemand die niet weet wat het is om in armoede op te groeien, bijvoorbeeld. Je zou denken dat ze de jeugdrechter te streng vinden, maar dat was zelden het geval. Vaak begrijpen ze wel dat ze een maatregel krijgen, maar ze missen een vertrouwensband met hun jeugdrechter. Al heb ik het dan enkel over de jongeren die een jeugddelict pleegden. De jongeren uit een ‘verontrustende leefsituatie’ hebben doorgaans een veel beter gevoel bij de jeugdrechter.”
In het nieuwe jeugddelinquentierecht is er een striktere scheiding tussen jongeren uit een moeilijke thuissituatie en jongeren die een jeugddelict pleegden. Een goede zaak?
Mason: “Tot op zekere hoogte zeker. Jeugdrechters hebben een dubbele rol – beschermen en straffen – en dat is voor de jongeren zelf vaak heel verwarrend. Soms zag ik ze terugkeren naar de leefgroep en met andere jongeren praten over één bepaalde rechter. Bij de ene had die heel streng gereageerd, bij de andere erg lief. Dat bleek ook uit de raps. De ene jongere schreef: ‘elke keer als ik haar zag, kreeg ik straf’, de andere: ‘ze heeft mijn jeugd echt gered’. Soms weten jongeren zelfs niet of ze nu naar de jeugdrechtbank moeten voor hulp of een straf. In die zin zal het nieuwe decreet zeker duidelijkheid scheppen. Al vind ik het jammer dat de term ‘jeugddelinquentie’ gebruikt wordt. Ik hoop dat toch vooral op de zorg voor jongeren wordt gefocust. En dat de jeugdrechter ook bij een jeugddelict echt naar de jongere zal luisteren.”
Letterlijk naast de jongeren gaan zitten zou al een heel verschil kunnen maken
Hoe zien de jeugdrechters hun rol zelf?
Mason: “Ik had heel graag ook jeugdrechters geïnterviewd, maar dat is helaas niet gelukt. Ik heb wel verschillende interviews met rechters gelezen en daaruit bleek telkens dat ze de jongeren echt willen helpen en ondersteunen. Het is jammer dat het bij de jongeren niet altijd zo aanvoelt. Hopelijk lezen onze jeugdrechters deze masterproef en kunnen ze er misschien wat suggesties uithalen. Letterlijk naast de jongeren gaan zitten zou bijvoorbeeld al een heel verschil kunnen maken. En daarnaast hoop ik dat mijn methode van rap-workshops ook in andere onderzoeken ingang vindt, zodat de kloof tussen de wetenschap en de jongeren iets kleiner wordt.”