Heropstart ambulante en mobiele jeugdhulp

Een kind aan het kleuren met een pot krijtjes erbij.

Binnen de geest van versoepeling van de coronamaatregelen, worden ook de richtlijnen in de jeugdhulp herbekeken, zonder daarbij de medische richtlijnen uit het oog te verliezen. Dat moet vooral een antwoord bieden op toenemende signalen van verontrustende situaties bij kinderen, jongeren en hun gezinnen, die de huidige richtlijnen onvoldoende kwaliteitsvol kunnen beantwoorden.

Concreet zullen verschillende vormen van ambulante en mobiele hulp- en dienstverlening gefaseerd heropstarten, rekening houdend met:

  • de gezondheid van alle betrokkenen, 
  • het psychosociaal welbevinden van de kinderen en jongeren,
  • de actuele mogelijkheden van het personeel en de organisatie en diensten.

De maatregelen en richtlijnen in de Jeugdhulp worden maximaal afgestemd op andere sectoren, in het bijzonder het onderwijs, op vlak van voorwaarden en timing. Bovendien kan de heropstart van het mobiele en ambulante aanbod niet ten koste gaan van de residentiële werking. 
Een eerste fase richt zich vooral op gezinnen met een verhoogd risico, die telefonisch of online niet adequaat konden worden bereikt. Dit om verdere escalatie te voorkomen en te vermijden dat op termijn intensievere zorg nodig is voor deze gezinnen.

Er komt dus een gefaseerde versoepeling van de richtlijnen rond face-to-face-cliëntcontacten:

  • Vanaf 11 mei start het mobiele aanbod van de ondersteuningscentra jeugdzorg, de sociale diensten jeugdrechtbank, de intersectorale toegangspoorten, de preventieve gezinsondersteuning, de crisisjeugdhulpverlening en de vertrouwenscentra kindermishandeling stapsgewijs weer op.
  • Vanaf 18 mei starten de andere vormen van ambulante en mobiele hulpverlening terug op, met name:
    • HCA (diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandeling),
    • COS (centra voor ontwikkelingsstoornissen),
    • NAFT (naadloos flexibele trajecten),
    • pleegzorg,
    • 1G1P (één gezin één plan),
    • Overkop-Huizen,
    • OVBJ (organisaties voor bijzondere jeugdzorg),
    • OOOC (onthaal-, observatie- en oriëntatiecentra),
    • OBC (observatie- en behandelcentra) ,
    • GES+ (voorzieningen voor jongeren met extreme gedrags- en emotionele problemen),
    • CIG (centra voor integrale gezinszorg),
    • CKG (centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning).

De inhoudelijke richtlijnen zullen maximaal sporen. Er is enkel gekozen voor een andere opstartdatum om de organisaties de nodige tijd te geven om zich voor te bereiden. De aangepaste en concrete richtlijnen worden zo snel mogelijk bekend gemaakt.

De versoepeling wil zeker geen afbreuk doen aan de mooie praktijken die de voorbije weken binnen de sector zijn ontstaan en hoe er via alternatieve wijze in contact wordt getreden met cliënten (minderjarigen en ouders) en hun netwerk. Deze worden zeker verder gezet, verder uitgeprobeerd en waar mogelijk nog verbreed. Toch kunnen zij de meerwaarde en het belang van face-to-face-cliëntcontacten nooit volledig vervangen.