Hoe registreer je de benutting van de modules?

Modules contextbegeleiding (i.f.v. autonoom wonen)

Er zijn verschillende typemodules contextbegeleiding waarvoor dezelfde afspraken rond het registreren van benutting gelden:

  • contextbegeleiding in functie van positieve heroriëntering
  • contextbegeleiding laagintensief
  • contextbegeleiding breedsporig
  • contextbegeleiding kortdurend intensief
  • Delictgerichte contextbegeleiding
  • contextbegeleiding in functie van autonoom wonen
  • begeleiding in een kleinschalige wooneenheid
  • contextbegeleiding voor (aanstaande) ouder(s) en kind(eren)
  • contextbegeleiding in functie van crisis (crisishulp aan huis)
  • crisisbegeleiding (op verwijzing van crisismeldpunt)
  • crisisinterventie (op verwijzing van crisismeldpunt)

Kortdurende handelingsgerichte diagnostiek, behandeling met geïntegreerde diagnostiek en Begeleiding voor pleeggezinnen moeten niet op deze manier worden geregistreerd.

Welke contextcontacten registreren in Binc?

We omschrijven contextcontacten als ‘alle aan hulpverleningsdoelstellingen gekoppelde begeleidingscontacten met de jongere en zijn ruime context’.

Voor de registratie in Binc is er geen onderscheid meer tussen de minimaal te registreren contacten en de optioneel te registreren contacten. Beide kunnen worden geregistreerd als ze voldoen aan volgende uitgangspunten:

  • De contextcontacten zijn gekoppeld aan hulpverleningsdoelstellingen van de jongere.
  • Er is een neerslag terug te vinden van het contact in het individuele dossier van de jongere.
  • In deze contacten zitten zowel de individuele begeleidingscontacten met de jongere en met de opvoedingsverantwoordelijken, als contacten met de ruimere context. Dat zijn o.a. belangrijke personen in het netwerk van de jongere of zijn opvoedingsverantwoordelijken: afhankelijk van de hulpverleningsdoelstellingen kan dit sterk variëren. Enkele voorbeelden: een goede vriend, lief, de buren, een leerkracht, een trainer, contactpersonen uit vrijetijdsbesteding …   Contacten met ander professioneel hulpverleningsaanbod (CLB, GGZ, OCMW, VDAB …) worden hier niet onder gevat.
  • De contacten kunnen zowel face to face, telefonisch als met behulp van nieuwe media worden gevoerd.
  • Contextbegeleiding kan zowel mobiel (in de context) als ambulant (in de organisatie).
  • Eén gesprek rond twee of meerdere broers/zussen wordt geteld als één contact.

Vanaf wanneer, tot wanneer

  • Registreren opstartdag: de opstartdag is de eerste effectieve begeleidingsdag van het kind of de jongere. Deze datum wordt tijdens een intake vastgelegd in samenspraak met de minderjarige.
  • Registreren tot laatste begeleidingsdag. Ook deze datum wordt in samenspraak met de minderjarige vastgelegd.
  • Kennismakingsgesprekken en gesprekken in nazorg: deze belangrijke contextcontacten worden niet geregistreerd in Binc maar kunnen wel passen in organisatiespecifieke registraties, met het oog op het eigen beleid en ter ondersteuning van de kwalitatieve profilering van een organisatie.

Eenheid van registreren

De begeleidingscontacten van de verschillende typemodules contextbegeleiding (in functie van autonoom wonen) worden geregistreerd in uren. De kleinste registratiemogelijkheid is een kwartier, en wordt in Binc ingegeven als 0,25.  Een half uur is 0,5.

Modules verblijf

Er zijn verschillende typemodules die de functie verblijf hebben. Op het vlak van registreren van benutting gelden dezelfde richtlijnen voor de volgende typemodules:

  • verblijf voor minderjarigen
  • kortdurend crisisverblijf
  • kamertraining
  • verblijf in functie van diagnostiek
  • verblijf voor (aanstaande) ouder(s) en kind(eren)
  • beveiligend verblijf
  • verblijf in pleeggezin (ondersteunend, korte duur of lage frequentie)
  • verblijf i.f.v. behandeling met geïntegreerde diagnostiek (tot 5 dagen per week en tot 7 dagen per week)
  • verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek

Met de registratie van de module verblijf willen we in de eerste plaats zicht krijgen op het aantal nachten dat jongeren in een organisatie aanwezig zijn. De afbakening is dan ook erg statisch: indien een jongere in de organisatie zelf de nacht doorbrengt, of op een activiteit/kamp met overnachting begeleid door de organisatie zelf, dan wordt deze nacht geteld.

Wanneer de jongere wel nog een beslissing tot verblijf heeft, maar feitelijk in de context overnacht, gehospitaliseerd is, via vrijetijdsbesteding op kamp is, weggelopen is … dan worden deze nachten niet geregistreerd in Binc.

Module dagbegeleiding in groep (RTJ)

De module dagbegeleiding in groep wordt geregistreerd in ‘dagen’. Dit betekent dat zowel een avond in de week, een woensdagnamiddag als een vakantiedag geteld kan worden als 1 dag.

Net zoals bij de typemodules contextbegeleiding kan de benutting van deze module geregistreerd worden vanaf de opstartdag tot de laatste dag van de dagbegeleiding.

Module ondersteunende begeleiding

De module ondersteunende begeleiding wordt geregistreerd in dagdelen. Een halve dag is 0,5 in Binc. Een volledige dag is 1.