Welke wetgeving is van toepassing op lopende maatregelen en wat bij overgang naar fase ten gronde?

De decreetgever koos er voor om voor feiten voor 1 september 2019 waar voorlopige maatregelen lopen alles onder het oude systeem te houden dwz dat zowel het maatregelpakket als de mogelijkheid tot herziening zoals die van toepassing was op het ogenblik van het opleggen van de maatregel, van toepassing blijven zolang de voorbereidende fase duurt. Dit houdt in dat een lopende maatregel bevestigd, ingetrokken of vervangen kan worden door een maatregel uit de Jeugdbeschermingswet.

Dezelfde overgangsregeling geldt voor genomen maatregelen ten gronde maw wanneer een maatregel ten gronde, opgelegd voor 1 september 2019, doorloopt na 1 september 2019, dan verloopt de herziening eveneens volgens het vroegere artikel 60 van de Jeugdbeschermingswet. Dit houdt in dat een lopende maatregel ten gronde bevestigd, ingetrokken of vervangen kan worden door een maatregel uit de Jeugdbeschermingswet, en met toepassing van de regels van de Jeugdbeschermingswet.

De invulling van het overgangsrecht werd gemaakt om de transitie van ‘oud’ naar ‘nieuw’ binnen een redelijke termijn te realiseren.

Start er een nieuwe fase in de rechtspleging en wordt de jongere na 1 september 2019 ten gronde berecht (moment van vonnis ten gronde), dan worden de sancties van het nieuwe decreet toegepast. Gelet dat een aantal mogelijkheden in het nieuwe decreet bijvoorbeeld ‘als strenger’ zouden kunnen geïnterpreteerd worden (bijvoorbeeld het aantal uren leerproject/gemeenschapsdienst,…) moet rekening worden gehouden met het verbod op ‘retro-activiteit van de strengere straf’.