Modulering

Het jeugdhulplandschap in Vlaanderen maakt gebruik van modules. Het hulpaanbod van alle hulpverleningsinstanties wordt daarvoor op eenzelfde manier omschreven: waar wordt het aangeboden, voor welke doelgroep … Een module is een pakket van jeugdhulp dat een voorziening afzonderlijk aan een jongere kan aanbieden. Doorgaans kunnen modules ook gecombineerd worden ingezet.

Drie stappen

Elke jeugdhulpvoorziening vraagt eerst een account aan bij eHealth. Dat gaat via de voorzitter van de Raad van Beheer:

  • aanvragen van een VTE-profiel bij eHealth (VTE = Verantwoordelijke Toegang Entiteit);
  • leidinggevenden aanduiden als co-VTE voor de organisatie, als Lokale Beheerder (LB) voor alle jeugdhulpvoorzieningen of als LB voor één specifieke voorziening;
  • activeren van de juiste hoedanigheid:
    • “Jeugdhulp” voor de Centra voor Leerlingenbegeleiding;
    • “Gezinsondersteuning” voor de Centra voor Integrale Gezinszorg, de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning en de Vertrouwenscentra Kindermishandeling;
    • “Algemeen Welzijn” voor alle organisaties van het Algemeen Welzijnswerk;
    • “Geestelijke Gezondheidszorg” voor de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg;
    • “Jeugdhulp” voor alle organisaties uit de bijzondere jeugdbijstand;
    • “Zorg voor personen met een handicap” voor alle organisaties van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.

Daarna wordt het account geactiveerd. De werkwijze is te volgen in een filmpje voor de Verantwoordelijke Toegang Entiteit.

De verantwoordelijke van de voorziening geeft elke gebruiker in via zijn rijksregisternummer. Hij geeft hen de rechten om de moduledatabank 2.0 te gebruiken. Later doet hij hetzelfde voor INSISTO (het INformaticaSysteem van de InterSectorale TOegangspoort).

Wat moet gebeuren:

  • De organisatiestructuur (erkende voorzieningen) aanbrengen in het gebruikersbeheer;
  • Gebruikers invoegen voor elke erkende voorziening binnen de organisatie;
  • De rol ‘moduleerder’ toekennen aan de personen die per voorziening verantwoordelijk zijn voor het beheer van de modules.

De concrete aanpak wordt getoond in de instructiefilm Lokale Beheerder. Meer informatie is te vinden in de handleiding gebruikersbeheer UAM en eHealth of in de extra instructies van het gebruikersbeheer.

De instructiefilm ‘Hoe maak ik de modules voor mijn voorziening aan’ geeft uitleg over de aanmaak van modules.

Vragen of problemen?

Vragen over het gebruikersbeheer van eHealth kunnen gericht worden aan support@ehealth.fgov.be.

Voor technische problemen is er een eHealth-helpdesk: contactcenter +32 2 788 51 55 (bereikbaar van 7u00 tot 20u00) of support@ehealth.fgov.be.

Vragen over INSISTO kunnen gericht worden aan insisto@opgroeien.be.

Na het registratieproces in eHealth moeten de eigenlijke modules worden aangemaakt via de website www.moduledatabank.vlaanderen.be.

Elke moduleerder van een voorziening kan zich bij de moduledatabank aanmelden met zijn identiteitskaart en pincode daarvan.

Let wel!
Hiervoor moet eerst de autorisatieprocedure voor eHealth afgerond zijn. De moduleerder moet ook een identiteitskaartlezer en de pincode van zijn identiteitskaart hebben.

Beleidsnota modulering

De beleidsnota modulering beschrijft de typemodules van de sectoren die betrokken zijn bij integrale jeugdhulp. De nota vermeldt welk hulpaanbod al dan niet rechtstreeks toegankelijk is, wat het hulpaanbod is van een (semi)internaat, een dagcentrum, een begeleidingstehuis en andere werkvormen uitgedrukt in moduletaal.

Er is een overzicht typemodules per functie en per sector beschikbaar.

Instroommogelijkheden aanmaken

Voorzieningen organiseren zelf hun toegang en beheren zelf hun capaciteit. De jeugdhulpregie binnen de intersectorale toegangspoort werkt echter op basis van modules en één module is niet gelijk aan één capaciteitsplaats:

  • Eenzelfde soort hulp of module kan in verschillende varianten bestaan (bv. hoog frequent, laag frequent). Die modules verschillen wel op basis van FID (frequentie, intensiteit, duur) maar maken geen verschil voor de organisatie van de voorziening zelf.
  • De voorziening kan zich naar verschillende doelgroepen organiseren (leeftijd, handicap, locaties …). Dit is binnen de modules niet altijd zichtbaar omdat het over eenzelfde hulp gaat.

Om dat onderscheid toch te maken, zijn instroommogelijkheden voorzien. Dat omschrijft de verschillende mogelijkheden waarop een jongere in een voorziening kan instromen. In de nota ‘Instroommogelijkheden’ staan de instructies hiervoor.