Ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Het ondersteuningscentrum jeugdzorg (OCJ) is één van de gemandateerde voorzieningen. Het onderzoekt of het nodig is dat de overheid de hulpverlening mee opvolgt en hierin tussenkomt.

Wanneer dit het geval is, spreekt men van maatschappelijke noodzaak. Het is dan noodzakelijk dat de overheid de hulpverlening mee opstart of verder zet (mandaat maatschappelijke noodzaak). De consulent van het OCJ start dan een traject met het kind of de jongere, zijn ouders en hun netwerk met als doel dat het kind of de jongere veilig, geliefd en omringd kan opgroeien.

De hulp van het OCJ is vrijwillig, maar kinderen, jongeren of ouders kunnen niet zomaar beslissen om de hulp te veranderen of stop te zetten. Daarover dienen kinderen, jongeren, ouders, hun netwerk en het OCJ het eens te zijn. Wanneer het OCJ merkt dat de hulp vastloopt of dat kinderen, jongeren of hun ouders niet langer akkoord zijn, kunnen zij het dossier overmaken aan het parket. Dit doen ze wanneer ze inschatten dat gerechtelijke jeugdhulp noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat het kind of de jongere veilig, geliefd en omringd kan opgroeien.

Project veilig en omringd opgroeien van in de buik

Als hulpverlener krijg je soms te maken met zwangere vrouwen waarbij je je zorgen maakt over de veiligheid van hun ongeboren kind. Vandaag bestaat er nog geen juridisch kader om vanuit een maatschappelijk mandaat tussen te komen. Opgroeien wil daar werk van maken met het pilootproject ‘Veilig en omringd opgroeien van in de buik’ in Limburg. Meer weten? Neem een kijkje op de projectsite.

 

Jeugdhulpaanbieders kunnen ook terecht bij het OCJ met een consultvraag. Consult wil - binnen een (vermoedelijke) verontrusting waarbij hulpverlener of professioneel betrokkene het gevoel heeft vast te zitten - samen verkennen welke mogelijkheden tot handelen er nog zijn.

Het OCJ en de professioneel betrokkene bespreken dan:

  • welke stappen er al werden gezet om de verontrusting concreet en bespreekbaar te maken
  • met welk succes dit al gebeurde
  • welke alternatieven nog aangesproken kunnen worden binnen de vrijwillige hulpverlening
  • wie in het eigen team van de betrokkene mee kan ondersteunen
  •  of er nog netwerk is of andere mogelijke partners binnen de jeugdhulp die mee kunnen ondersteunen
  • welke stappen er kunnen gezet worden bij een vermoeden van maatschappelijke noodzaak

Het consult bevat geen formeel oordeel over maatschappelijke noodzaak maar kan wel adviseren om aan te melden bij een gemandateerde voorziening. Consultvragen kunnen anoniem gesteld worden en leiden enkel tot een aanmelding indien de consultvrager dit zélf beslist. De hulpverlener blijft ‘eigenaar’ van het gekregen advies en verantwoordelijk voor de opvolging en (eventuele) volgende stappen.

Meer informatie, lees je in de folder ‘outreachend consult’ en de jongerenbrochure ‘Jij en het ondersteuningscentrum jeugzorg’.

 Antwerpen
02 243 56 51
Limburg
02 243 55 10
Oost-Vlaanderen
02 243 51 07
 
Vlaams-Brabant
en Brussel
02 243 50 07
West-Vlaanderen
02 243 52 04
Maandag10 -12 uur
 
-
 
-
 
09.30 – 12 uur
 
14 - 16 uur
Dinsdag14 - 16 uur
 
10 – 12 uur
14 – 16 uur
10 – 12 uur
14 – 16 uur
14 – 16 uur
 
10 – 12 uur
Woensdag---09.30 – 12 uur10 - 12 uur
Donderdag14 - 16 uur
 
10 – 12 uur
14 – 16 uur
14 – 16 uur14 – 16 uur
 
14 – 16 uur
 
Vrijdag10 – 12 uur
14 – 16 uur
-
 
10 – 12 uur
14 – 16 uur
09.30 – 12 ur
 
10 – 12 uur
 
ExtraTijdens schoolvakanties
enkel dinsdag,
donderdag en vrijdag:
14 – 16 uur
  Een dagdeel per maand
is er teamvergadering en
is de dienst gesloten.
 
 

In elke Vlaamse provincie en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) werkzaam. Het is het aanspreekpunt voor alle mogelijke situaties van geweld op kinderen. De meldingen kunnen komen van hulpverleners of burgers die al dan niet verwezen zijn door het meldpunt 1712. De centra hebben als doel kindermishandeling te detecteren, bespreekbaar te maken en te voorkomen.

Daarnaast heeft het VK een bijkomende opdracht als gemandateerde voorziening. Als de veiligheid van een minderjarige in het gedrang is en vrijwillige samenwerking niet lukt, kan de hulpverlener beroep doen op ‘de procedure maatschappelijke noodzaak’.

Binnen deze procedure heeft het Vertrouwenscentrum 65 werkdagen de tijd om een antwoord te geven op de vraag of hulp maatschappelijk noodzakelijk is:

  • Niet noodzakelijk: er wordt samen met de aanmelder bekeken hoe ze verder kunnen begeleiden.
  • Wel noodzakelijk en de hulp wordt aanvaard: er wordt een hulpverleningsplan vastgelegd en er is opvolging vanuit het VK. Wel noodzakelijk en de hulp wordt geweigerd: er wordt een kort verslag overgemaakt aan het Jeugdparket, dat een jeugdrechter kan vorderen.

De casus wordt anoniem besproken en er wordt samen gezocht naar mogelijkheden. De hulpverlener blijft de zorgverantwoordelijkheid dragen.

Contactgegevens Vertrouwenscentra Kindermishandeling

Voor het aanmelden van een jongere bij een gemandateerde voorziening gebruikt de jeugdhulpaanbieder een motivatiedocument (M-doc). Dit M-doc dient de jeugdhulpaanbieder in te dienen via Domino.  

Als het M-doc ontvankelijk is, start de gemandateerde voorziening een formeel onderzoek van de verontrustende situatie. Het resultaat is een gemotiveerde beslissing of jeugdhulpverlening al dan niet maatschappelijk noodzakelijk is.

Heb je als jeugdhulpaanbieder (nog) geen toegang tot eHealth, raadpleeg Plan B voor het aanmelden bij een OCJ.

De minderjarige, zijn ouders, zijn vertrouwenspersoon of een dienstverlener buiten de jeugdhulp kunnen persoonlijk, schriftelijk, telefonisch … aanmelden. Rechtstreeks aanmelden bij een OCJ staat beschreven in het document ‘Aanmelden bij een OCJ’.

Meer informatie?
Lees de jongerenbrochure 'Jij en het ondersteuningscentrum jeugdzorg', de folder ‘outreachend consult’ of neem contact op.