Ondersteuningscentrum jeugdzorg (OCJ)

Wat?

Hulpverleners zoeken zo veel mogelijk naar oplossingen in de vrijwillige – buitengerechtelijke – hulpverlening. Soms lukt dat niet en blijkt de situatie zo onveilig of bedreigend voor een minderjarige dat de hulpverlener het als zijn plicht ziet om op te treden. Dit is vooral het geval bij verontrusting, bijvoorbeeld:

  • De ontwikkelingskansen van een minderjarige zijn bedreigd. De jongere gaat bv. heel weinig naar school.
  • De (psychische, fysieke of seksuele) integriteit van de minderjarige is aangetast. Dat gaat bv. over een kind dat wordt geslagen of misbruikt.

Wanneer de hulp in het kader van die verontrusting vastloopt of niet aanvaard wordt, kan de hulpverlener terecht bij een gemandateerde voorziening. In Vlaanderen zijn er twee gemandateerde voorzieningen:

Ook de jongere zelf, zijn ouders en zijn vertrouwenspersoon kunnen rechtstreeks aanmelden. Wel gaan ze best eerst langs bij een algemene dienst, zoals het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB, Jongerenaanbod van het CAW (JAC) ...

Het OCJ en de VK onderzoeken of het in verontrustende situaties nodig is om van overheidswege hulp op te starten of verder te zetten. Hierbij wordt gesproken over maatschappelijke noodzaak.

Wat betekent maatschappelijke noodzaak?
De samenleving vindt het nodig om tussenbeide te komen, bv. als de hulpverlening niet goed loopt omdat een jongere of zijn ouders niet meer willen of kunnen meewerken.

Voor wie?

Voor kinderen, jongeren en ouders in verontrustende situaties, bij wie de vrijwillige hulpverlening moeilijk loopt of zelfs niet mogelijk blijkt.

Hoe?

Meestal meldt een hulpverlener een gezin aan door middel van een motivatiedocument. De minderjarige, zijn ouders, zijn vertrouwenspersoon of een dienstverlener buiten de jeugdhulp kunnen persoonlijk, schriftelijk, telefonisch … aanmelden.

Het ondersteuningscentrum jeugdzorg gaat eerst na of er voldoende aanwijzingen zijn dat hulpverlening maatschappelijk noodzakelijk is.

Het OCJ heeft vier kerntaken:

  • consult geven aan hulpverleners;
  • onderzoeken en beslissen of tussenkomst door de overheid noodzakelijk is voor de veiligheid of ontwikkeling van een kind of jongere;
  • hulpverlening opstarten of lopende hulpverlening mee opvolgen;
  • doorverwijzen naar de jeugdrechter als gerechtelijke jeugdhulp nodig is.

De taken van het OCJ worden uitgevoerd door consulenten. Elke consulent volgt de situatie van een aantal jongeren persoonlijk op. Beslissingen gebeuren evenwel steeds door het hele team van consulenten binnen het OCJ. Deze gedeelde besluitvorming zorgt ervoor dat de hulpverlening die een jongere krijgt, niet afhangt van de mening van één persoon.

Zolang de hulp via het OCJ loopt, is het nog steeds vrijwillige jeugdhulp, dus met het akkoord van de jongere en zijn ouders. Maar een jongere of ouder kan niet zomaar beslissen om de hulp te veranderen of stop te zetten. Daarover wordt samen beslist in onderling overleg.

Het OCJ heeft geen eigen hulpaanbod. Jeugdhulp is ofwel rechtstreeks toegankelijk (bv. via het Jongerenaanbod van het CAW (JAC), centrum voor leerlingenbegeleiding CLB, een psycholoog …) ofwel via de intersectorale toegangspoort. Bij het OCJ verandert niets aan het soort van hulp dat verkrijgbaar is. Er is ook geen hulpverlening die enkel via het OCJ verkrijgbaar is. Het verschil zit er vooral in dat er bij het OCJ een consulent is die de hulpverlening mee opvolgt.

Door wie?

De ondersteuningscentra jeugdzorg maken deel uit van Opgroeien.

Meer weten? Lees de brochure ‘Jij en het ondersteuningscentrum jeugdzorg’ of lees meer over jeugdbescherming.

De inkomhal van een OCJ

Meer informatie