Jeugddelinquentierecht
Vlaanderen is sinds de zesde staatshervorming bevoegd voor de aanpak van jeugddelinquentie. Het doel van het jeugddelinquentierecht is een heldere, snelle en constructieve reactie te geven op jongeren die een delict (misdaad) plegen. Bij de herstelgerichte aanpak wordt rekening gehouden met de verantwoordelijkheid van de minderjarige voor zijn daden.
Op 1 september 2019 startte de eerste fase van de gefaseerde tewerkstelling van het decreet jeugddelinquentierecht:
- alternatieve reacties voor gesloten begeleiding worden systematisch operationeel: delictgerichte contextbegeleiding, doorstart positief project binnen HCA-diensten.
- nieuwe reacties van het openbaar ministerie
Door het decreet wordt de VOS-capaciteit in de gemeenschapsinstellingen geleidelijk afgebouwd en in de private voorzieningen geleidelijk opgebouwd. Na de transitie blijft het wel nog mogelijk om een jongere in een verontrustende situatie voor een time-out te plaatsen in de gemeenschapsinstellingen.
Regelgeving Wetenschappelijk onderbouwd werken Delictgerichte contextbegeleiding Gedeelde trajecten Veilig verblijf
Volgende uitvoeringsbesluiten zijn intussen goedgekeurd:
- MB van 7 juni 2024 tot vaststelling van de capaciteit van de gemeenschapsinstellingen en het Vlaams detentiecentrum - zie ook Belgisch Staatsblad (fgov.be)
- BVR van 31 mei 2024 over de elektronische monitoring van minderjarigen - zie ook: Belgisch Staatsblad (fgov.be)
- Decreet van 17 mei 2024 over het onderwijs in de gemeenschapsinstellingen - zie ook: Belgisch Staatsblad (fgov.be)
- BVR van 16 september 2022 tot uitvoering van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat betreft de organisatie, samenstelling en werking van de afdelingen gesloten oriëntatie, gesloten begeleiding en gesloten begeleiding van maximaal twee, vijf of zeven jaar in de gemeenschapsinstellingen (B.S.19/12/2022)
- BVR van 2 september 2022 tot uitvoering van artikel 16 van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat betreft de aanwijzing van de dienst die het slachtoffer informeert over de beslissing tot herziening van een maatregel of sanctie (B.S.09/12/2022)
- BVR 23 oktober 2020 over het gebruik van de videoconferentie voor de verschijning van minderjarige verdachten in uitvoering van artikel 15 van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht van 5 februari 2019 maakt het mogelijk om in alle Vlaamse gemeenschapsinstellingen via digitale weg te communiceren met de jeugdrechtbank.
- BVR 5 april 2019 met de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor voorzieningen in de jeugdhulp voorziet in de erkenning van alternatieve reactiewijzen in functie van het decreet jeugddelinquentierecht
- BVR 5 april 2019 tot inrichting van de gemeenschapsinstellingen en tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht voorziet o.a. in de capaciteit van de gemeenschapsinstellingen, de begeleidingscommissie en de uitvoering van de onder toezichtstelling door de sociale dienst.
Voorbereidend traject
Aan de totstandkoming van het decreet is een heel traject vooraf gegaan. Het agentschap Opgroeien zorgde voor de organisatorische, administratieve en inhoudelijke ondersteuning.
Documenten en teksten besluitgroepen
- Omgevingsanalyse, volledige rapport
- Presentatie omgevingsanalyse
- Toelichting kader en werkwijze traject
Documenten werkgroep Jeugdsanctierecht
- Werkgroep 1 algemene principes
- Werkgroep 2 reactie op het delict criteria en maatregelen
- Werkgroep 3 gesloten opvang en uithandengeving
- Werkgroep 4 rechtswaarborgen en rechtspositie
- Werkgroep 5 afstemming met jeugdhulpverlening
- Werkgroep 6 reactie op grensoverschrijdend gedrag door jongeren met een complexe en meervoudige problematiek
Wetenschappelijk onderbouwd werken is in het decreet jeugddelinquentierecht als basisprincipe ingeschreven, nl. Elk optreden houdt rekening met de kennis en inzichten verworven uit wetenschappelijk onderzoek en goede praktijken. (artikel 3 §2, 5e van het decreet)
In de memorie van toelichting wordt dit als volgt verduidelijkt:
Zo staat er bij punt 2. Uitgangspunten Vlaamse visie op aanpak jeugddelinquentie bij Evidencebased:
Binnen het jeugddelinquentierecht wordt evidencebased werken als belangrijk werkingsprincipe naar voren geschoven. We streven hiermee een aanpak met effectieve resultaten na, die ook blijvend zijn. Evidencebased werken betekent een werking die gebaseerd is op kwantitatieve en/of kwalitatieve (wetenschappelijke onderzoeks)gegevens. We willen het zicht op wat het effect is van de ingezette reacties ten aanzien van minderjarigen die jeugddelicten plegen, of hiervan verdacht worden, vergroten.
Er wordt ook ingezet op een meer wetenschappelijk onderbouwd en gericht beleid ten aanzien van jeugddelinquentie. Bij de keuze van de reacties gaat de voorkeur uit naar reactiewijzen die hun effectiviteit kunnen beschrijven. Het betekent dat we inzetten op wetenschappelijke opvolging, maar ook op de redenen waarom jongeren ook ‘afstand doen’ van normoverschrijdend gedrag.
De actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van dit decreet houden rekening met de kennis en inzichten verworven uit wetenschappelijk onderzoek en goede praktijken. Die kennis en inzichten worden gebundeld in de gebruiksvriendelijke interventiedatabank waarin goed onderbouwde en effectieve reacties staan die in de praktijk worden uitgevoerd met betrekking tot jeugddelinquentie.
De verschillende reacties in de databank beslaan een breed spectrum met betrekking tot het thema van jeugddelinquentie, gaande van voorlichting en ontwikkelingsstimulering tot intensieve begeleiding(smethodieken). De databank biedt inzicht in de kwaliteit, uitvoerbaarheid en effectiviteit van de daarin opgenomen methodieken en reactiewijzen.
Met het aanleggen van een databank voorzien we in één van de middelen waarmee we willen bijdragen aan ‘effectief werken’ rond jeugddelinquentie. Daarnaast maakt het inzichtelijk wat er uit nationaal en internationaal onderzoek bekend is over ‘What Works’-aanpakken bij jeugddelinquentie, werkwijzen en doelgroepen, draagt het bij aan de ontwikkeling van richtlijnen en ondersteunt het samenwerkingsverbanden. Ten slotte is de databank een mogelijke inspiratiebron voor vernieuwing en verbetering met betrekking tot het werken rond jeugddelinquentie.
Een effectieve reactie wordt voor de databank gedefinieerd als elke planmatige en doelgerichte aanpak ter bevordering van de psychische, sociale, cognitieve of lichamelijke ontwikkeling van een minderjarige waar deze (mogelijk) bedreigd of belemmerd wordt en die gericht is op het kind of de jongere zelf, de opvoedingsverantwoordelijken of de opvoedingsomgeving.
Hier nemen we systematisch een aantal zaken die in Vlaanderen en internationaal worden uitgewerkt en ook ondersteunend zijn naar de praktijkontwikkeling in Vlaanderen, dit in een samenspel tussen wetenschap - praktijk - ervaring.
Meer weten? Neem een kijkje bij de uitgebreide informatie
Het decreet jeugddelinquentierecht kiest er uitdrukkelijk voor om een heldere, snelle en constructieve reactie te geven op jongeren die een delict plegen. De nadruk in dit decreet ligt op ambulante maatregelen.
De module delictgerichte contextbegeleiding betrekt de ouders of opvoedingsverantwoordelijken en de context van de minderjarige actief. Als de module alleenstaand opgelegd wordt, krijgt de minderjarige ambulante of mobiele begeleiding en wordt hij niet uit zijn thuis-of opvoedingscontext gehaald. Wordt de module gecombineerd met een plaatsing in een gemeenschapsinstelling, dan is het een onderdeel van een gedeeld traject.
Op 6 mei 2019 was er een oproep tot kandidaatstelling voor de realisatie van een nieuw aanbod delictgerichte contextbegeleiding. Hierdoor hebben verschillende organisaties vanaf 1 september 2019 een aanbod. Het gaat in totaal om 50 nieuwe plaatsen (naast ombouw van contextbegeleiding kortdurend intensief), voor zowel jongens als voor meisjes. Een overzicht:
Regio | Initiatiefnemer | Uitbreiding | Ombouw |
---|---|---|---|
West-Vlaanderen | Oranjehuis | 2 | 1 |
Centrum voor Jongeren- en Gezinsbegeleiding | 1 | ||
De Patio | 2 | ||
Begeleidingscentrum Bethanie | 2 | 2 | |
Vereniging Ons Tehuis | 2 | ||
Oost-Vlaanderen | aPart | 6 | 3 |
Obra|Baken | 5 | ||
Antwerpen | Cirkant | 2 | |
De Touter | 2 | ||
Wingerdbloei | 2 | ||
Emmaüs Antwerpen | 5 | 21 | |
Emmaüs Mechelen | 5 | 5 | |
Vlaams-Brabant/Brussel | Alba | 4 | 0 |
Cidar | 3 | 3 | |
Limburg | Jongerenwerking Pieter Simenon | 3 | 3 |
De Wiekslag | 4 | ||
Totaal | 50 | 38 |
Werken in gedeelde trajecten sluit zowel aan bij de visie van het decreet jeugddelinquentierecht als bij de uitwerking van concrete maatregelen.
In 2020 werd het draaiboek gedeelde trajecten geactualiseerd na een brede samenwerking van alle betrokken actoren bij het realiseren van gedeelde trajecten tussen gemeenschapsinstelling en private voorzieningen binnen Opgroeien.
Op 13 mei 2019 is de oproep uitgestuurd tot kandidaatstelling voor de realisatie van een aanbod beveiligend verblijf. Meer informatie is te lezen in de rondzendbrief veilig verblijf.
Meer info is te vinden bij het thema veilig verblijf.
Vragen over jeugddelinquentie? Raadpleeg de veelgestelde vragen. Er zijn ook veelgestelde vragen bij fase 2 van het jeugddelinquentierecht. Deze vind je op de website.