Oriëntatie

De module Oriëntatie duurt maximaal één maand. De jongere wordt gescreend op recidiverisico, gevaarlijkheid en responsiviteit. Dat leidt tot een gemotiveerd advies omtrent de vraag of verdere beveiligde opvang van de jongere in een gemeenschapsinstelling noodzakelijk is en zo ja, welke begeleidingsmodule dan best wordt ingezet.  

Verloop

Een jongere wordt steeds aangemeld via het centraal aanmeldpunt.

1. informatieverstrekking

Tijdens het intakegesprek met de jongere geeft de trajectcoördinator uitleg over zijn takenpakket en het traject. Hij benadrukt het belang van actieve participatie en constructieve medewerking van de jongere, en vraagt toestemming voor het raadplegen van privacygevoelige dossiergegevens die noodzakelijk zijn voor het oriëntatieadvies. Ouders of opvoedingsverantwoordelijken worden op de hoogte gebracht van de opname. Daarbij krijgen ze informatie omtrent de werking en het contact met jongere en hulpverleners.

2. informatieverzameling

Informatie van eventueel vroegere verblijven in een gemeenschapsinstelling worden opgehaald uit het elektronisch dossier. Wanneer de jongere reeds in een private voorziening verbleef, wordt met de consulent en voorziening zelf contact opgenomen. Relevante informatie over jongere en context, nuttige dossierstukken en multidisciplinaire verslagen worden gedeeld met de consulent van de sociale dienst jeugdrechtbank. Het initiële proces-verbaal en andere relevante informatie (eerdere processen-verbaal, politionele tussenkomsten e.d.) worden opgevraagd bij het Openbaar Ministerie.

3. initiële risicotaxatie

Er wordt verder informatie ingezameld door:

  • een bevraging van de jongere en zijn ouders/opvoedingsverantwoordelijken;
  • een onderwijsanamnese en gegevens uit de klassenraad;
  • observaties van gedrag en handelingen van de jongere.

4. trajectoverleg

De trajectcoördinator legt de voorlopige conclusies voor aan het multidisciplinair team.

  • Indien er consensus is over een laag risico-inschatting, wordt het oriëntatieadvies tot niet-verderzetting van de plaatsing aan consulent en jeugdrechter bezorgd.
  • Indien er geen consensus is over de inschatting laag recidiverisico, is het advies een verdere plaatsing voor een verdiepende risicotaxatie.
  • Als de inschatting matig of hoog recidiverisico is, volgt een advies tot verdere plaatsing voor een verdiepende risicotaxatie.

5. verdiepende risicotaxatie

Wanneer uit het trajectoverleg een gemiddeld of hoog recidiverisico blijkt, of wanneer de jeugdrechter vragen heeft bij de laag-inschatting van het recidiverisico, moet de inschatting verder worden gedocumenteerd, genuanceerd en vooral geïndividualiseerd.

6. rondetafel na verdiepende risicotaxatie

De rondetafel is een tweede multidisciplinair trajectoverleg met consulent, individuele begeleider, leerlingbegeleider, trajectcoördinator, eventueel externe hulpverleningspartners en/of vertegenwoordiger van het jeugdpsychiatrisch outreachteam, jongere en zijn ouders of opvoedingsverantwoordelijken. Dat leidt tot een advies voor of tegen gesloten begeleiding.

  • bij advies voor gesloten begeleiding wordt een schets van interne indicatiestelling meegegeven samen met een rudimentair handelingsplan.
  • bij advies tegen gesloten begeleiding wordt een ruw voorstel tot externe indicatiestelling geformuleerd met suggesties voor minder ingrijpende, alternatieve reacties op het delict en, bij een verontrustende (opvoedings)situatie, aangewezen hulpverlening.

7. informatieoverdracht

Als de jeugdrechter beslist dat een jongere een maatregel gesloten begeleiding van 3, 6 of 9 maanden krijgt opgelegd, is er een mondelinge informatieoverdracht tussen de trajectcoördinatoren van de module oriëntatie en de module begeleiding in kwestie.

Onderwijs

1. informatieverstrekking

  • De jongere, zijn ouders en onderwijspartners krijgen informatie over het onderwijsaanbod binnen de gesloten oriëntatie, de mogelijkheden en beperkingen van het huisonderwijs en de regels die er gelden. De school ontvangt een verblijfsattest;    
  • Er is mogelijkheid tot het stellen van vragen en contactgegevens worden gedeeld;
  • De jongere wordt geïnformeerd dat alle gegevens en observaties over zijn schoollopen en schools functioneren niet enkel dienen voor het aanbieden van een onderwijsprogramma op zijn maat, maar ook voor de risicotaxatie en de rapportage aan de jeugdrechtbank.

2. informatieverzameling

Jongeren in de module oriëntatie zijn leerplichtig. Daarom krijgen zij onderwijs. Zij blijven wel in hun school ingeschreven en hun afwezigheid wordt gewettigd aan de hand van een verblijfsattest.

3. onderwijsaanbod

Er wordt nagegaan of een onderwijsaanbod vanuit de school van de jongere mogelijk is. Dan bieden de leerkrachten hem dit lesaanbod aan: oefeningen, testen, toetsen, taken, leer- en werkboeken. Is een dergelijke samenwerking met school (nog) niet mogelijk of wenselijk, dan gebruiken de leerkrachten lesmateriaal van de gemeenschapsinstelling zelf, op maat van de leerling.

4. klassenraad

De klassenraad overloopt de gevolgde koers en stuurt eventueel bij. Alle gegevens worden samengelegd voor de risicotaxatie. Op het einde van het verblijf is er een klassenraad voor de verdiepende risicotaxatie, de informatieoverdracht terug naar school of de vervolgmodule in een andere gemeenschapsinstelling.

5. informatieoverdracht

Verlaat de jongere de module oriëntatie, dan worden school en CLB hiervan op de hoogte gesteld. Indien een module begeleiding volgt, is er een overdracht voor het verderzetten van het onderwijsaanbod.