Vrijheidsbeperkende maatregelen

Het decreet Rechtspositie minderjarige in de jeugdhulp (DRM) wordt momenteel herzien. Hierin staan ook heel wat bepalingen rond het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Zodra het nieuwe DRM gestemd is, volgt hierover communicatie naar alle stakeholders en wordt ook deze webpagina aangepast.

Achtergrond

Het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen in de hulpverlening is een grote, maatschappelijke bekommernis en roept tal van ethische vragen op. Het heeft een grote impact op de kwaliteit van het leven van de jongeren en houdt ook risico’s in voor betrokken medewerkers. De laatste jaren zijn heel wat (beleids)initiatieven ontwikkeld rond de preventie en toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in de brede jeugdhulp. Momenteel ontbreekt een duidelijk intersectoraal kader:

Er zijn veel verschillende doelgroepen en werkvormen. Toch streeft men naar een omvattend inhoudelijk intersectoraal kader (sectoraal en werkvormspecifiek waar nodig) voor de gewenste situatie wat betreft de preventie en toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in de brede jeugdhulp. De uitgangspunten zijn duidelijk:

  • communicatie;
  • participatie;
  • waarmaken van kinderrechten en patiëntenrechten;
  • inzetten op een positief leefklimaat, dat de veiligheid van de kinderen én personeel waarborgt.

De ‘brede jeugdhulp’ omvat: de onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra, de observatie- en behandelcentra, de organisaties voor bijzondere jeugdzorg met module ‘verblijf en/of met module  ‘beveiligend verblijf’, de centra voor ernstige gedrags- en emotionele stoornissen (GES+), de gemeenschapsinstellingen, de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, de centra voor integrale gezinszorg, de multifunctionele centra voor kinderen en jongeren met een handicap met ondersteuningsfunctie ‘verblijf’ (VAPH), de internaten met permanente openstelling en medisch-pedagogische instituten (GO!) en de GGZ-voorzieningen voor kinderen en jongeren.

Thematische inspectieronde

De thematische inspectieronde over de toepassing van de vrijheidsbeperkende maatregelen liep in de periode 2016 - 2018 en is uitgevoerd in de residentiële hulp- en zorgvoorzieningen voor kinderen en jongeren. De inspecties vonden plaats in:

Voor de internaten met permanente openstelling en de medisch-pedagogische instituten van het Gemeenschapsonderwijs zijn (nog) geen specifiek thematische inspecties georganiseerd.

Uit de inspectierondes kwamen heel wat signalen naar boven:

  • Vrijheidsbeperkende maatregelen wordt nog te vaak toegepast en met te weinig motivatie. Er moet (nog) meer gezocht worden naar alternatieven. Tegelijk zijn er ook goede praktijken.
  • Er is een onduidelijk of onvoldoende kader van wat al dan niet kan.
  • Er is begripsverwarring in de terminologie, er is nood aan eenzelfde begrippenkader en definities.
  • Er is nood aan eenduidige registratie. Kwalitatieve registratie is nodig om gegronde uitspraken te doen over frequentie van toepassing. Het is bovendien basis voor interne analyse en verbetertrajecten. Er is nood aan vorming en ondersteuning van de hulpverleningspraktijk.
  • Een aantal belangrijke randvoorwaarden - zoals (aan)gepaste infrastructuur en voldoende en gepast geschoold personeel - zijn niet altijd vervuld.

Er werden al heel wat stappen gezet om een antwoord te bieden op deze signalen. Je vindt ze in de onderstaande rubrieken. Dit verbeterproces is nog steeds bezig.

Intersectoraal begrippenkader

Het managementcomité Welzijn, Volksgezondheid en Gezin keurde op 18 februari 2019 een stam van intersectorale definities goed. Dit vormt de basis en het bindend kader rond de preventie en toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in de jeugdhulp en de kinder- en jeugdpsychiatrische diensten.

Kader residentiële GGZ

Voor de sector van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) – inclusief kinder- en jeugdpsychiatrie - is in overleg met de voorzieningen en patiëntenverenigingen een referentiekader ontwikkeld. Dit wordt ook gebruikt door Zorginspectie.

In opdracht van het agentschap Zorg en Gezondheid ontwikkelde het Steunpunt WVG een multidisciplinaire richtlijn voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie bij escalatie of agressie. Deze richtlijn is gebaseerd op klinisch en juridisch onderzoek en bevat toelichtingen, en inspiratie. De richtlijn geeft ook aanbevelingen voor de praktische uitvoering van afzondering en fixatie. Deze aanbevelingen gelden zowel voor de residentiële geestelijke gezondheidszorg als voor de residentiële brede jeugdhulp.

Afzondering en fixatie binnen de GGZ, waaronder kinder- en jeugdpsychiatrie

In opdracht van het agentschap Zorg en Gezondheid ontwikkelde het Steunpunt WVG een multidisciplinaire richtlijn (MDR) voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie in de residentiële GGZ (ook kinder- en jeugdpsychiatrie), in situaties van escalatie of agressie. Deze richtlijn is wetenschappelijk en juridisch onderbouwd. Het bevat aanbevelingen voor zowel beleidsmedewerkers als hulpverleners en werd in samenspraak met de sector uitgetekend. De doelgroep is:

  • kinderen en jongeren,
  • volwassenen als ouderen, inclusief personen met een intellectuele beperking of een vorm van dementie.

De richtlijn handelt daarbij specifiek over afzondering en fixatie in de context van escalatie en agressie bij de zorggebruiker. De preventie van afzondering en fixatie als aanbevelingen voor de toepassing van afzondering en fixatie komen uitgebreid aan bod. Psychiatrische ziekenhuizen en de A- en K-diensten van algemene ziekenhuizen moeten hun beleid naar deze MDR oriënteren. De opvolging hiervan gebeurt door Zorginspectie (bv. tijdens een thematische inspectieronde).

Op basis van bijkomend onderzoek werd de oorspronkelijke richtlijn aangevuld met concrete toelichtingen, tips, handvatten, inspiratie en aanbevelingen. Deze gelden zowel in de residentiële GGZ als de residentiële brede jeugdhulp. Lees het rapport over de ontwikkeling van de intersectorale aanbevelingen voor de praktische uitvoering van afzondering en fixatie.

Afzondering en fixatie binnen de brede jeugdhulp

De brede jeugdhulp heeft nood aan concretere handvatten. Daarom werd het onderzoek naar aanbevelingen voor de praktische uitvoering van afzondering en fixatie in situaties van escalatie of agressie binnen de residentiële GGZ, opengetrokken naar de residentiële brede jeugdhulp. Daarbij zijn aanbevelingen geformuleerd voor concrete procedures en technieken voor afzondering en fixatie.

Voor de brede jeugdhulp passen de aanbevelingen niet binnen het eerdere onderzoek naar preventie en toepassing van afzondering en fixatie. Daarom startte in maart 2020 een bijkomend onderzoek voor de ontwikkeling van een intersectorale richtlijn. Het onderzoek loopt tot eind juni 2021 en brengt de mogelijke finaliteiten van afzondering en fixatie in kaart. Er wordt met experten panels gewerkt: zowel hulpverleners met ervaring als ervaringsdeskundigen (jongeren en ouders). De eerder genoemde aanbevelingen worden in de intersectorale richtlijn geïntegreerd.

Het doel is om, waar mogelijk, voor alle betrokken types van voorzieningen een uniforme richtlijn te ontwikkelen en een gedifferentieerde richtlijn waar nodig. Dat moet leiden tot handvatten voor een breed beleid in het omgaan met afzondering en fixatie.

De rechtspositie van minderjarigen in gesloten opvang

Er loopt een juridisch onderzoek naar de rechtspositie van minderjarigen in settings met gesloten opvang (de gemeenschapsinstellingen, het Vlaams detentiecentrum, de proeftuinen/beveiligend verblijf in private jeugdhulpvoorzieningen en de GES+ voorzieningen). De focus ligt op controlemaatregelen (bv. drugscontroles), veiligheidsmaatregelen en sancties.

Het onderzoek integreert de onderzoeken over de ‘multidisciplinaire richtlijn afzondering en fixatie in de GGZ’ en de ‘intersectorale richtlijn voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie voor de brede jeugdhulp’.

Dit onderzoek wordt momenteel uitgebreid met een luik over de rechtspositieregeling van minderjarigen in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie in Vlaanderen:

De intersectorale richtlijn voor de preventie en toepassing van afzondering en fixatie, leidt tot aanbevelingen voor een kwalitatieve registratie. ICOBA, expertisecentrum in het omgaan met agressie, ontwikkelt een intersectorale, minimale gegevensset voor de registratie van afzondering, fixatie en toedienen van gedwongen voeding. Een eerste fase, gericht naar de brede jeugdhulp, is klaar. In 2020 loopt de tweede fase voor VAPH-voorzieningen voor meerderjarigen en de residentiële geestelijke gezondheidszorg. Afronding van het project is voorzien  februari 2021. De uitvoering kadert in het Vlaams Intersectoraal Akoord (VIA 5).  De registratieset zal voorzieningen in staat stellen om de toepassing van afzondering en fixatie kwantitatief in kaart te brengen en onderling te vergelijken.

Platform 'Omgaan met vrijheidsbeperkende maatregelen'

Het online platform “Omgaan met vrijheidsbeperkende maatregelen” wil jeugdhulporganisaties, teams en individuele professionals ondersteunen in het voorkomen van of correct en humaan omgaan met vrijheidsbeperkende maatregelen. Je vindt er de richtlijnen rond afzondering en fixatie, samen met heel wat ondersteuningstools zoals best practices, tips, vorming en ander materiaal om het eigen beleid verder vorm te geven en te implementeren.

Het platform maakt deel uit van een driejarig ondersteuningsproject van SAM (Steunpunt Mens en Samenleving), Psyche en Icoba, in opdracht van Departement Zorg en in samenwerking met Opgroeien en het VAPH. Meer informatie vind je op omgaanmetvbm.be/ of in de aankondiging

 

Beleid van een voorziening, vorming van personeel, ondersteuning van medewerkers … Dat alles zijn belangrijke randvoorwaarden voor een bewust omgaan met vrijheidsbeperkende maatregelen. Onder meer door het Vlaams Intersectoraal Akkoord VIA 5 - tussen werkgevers- en werknemersorganisaties en de Vlaamse overheid - zijn hiervoor middelen vrijgemaakt.

Toewerken naar een positief leefklimaat en herstelgericht werken – middelen VIA 5

De Academische Werkplaats ‘positief leefklimaat’ door Vereniging Ons Tehuis: 54 residentiële voorzieningen VAPH en jeugdhulp, centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning en kinder- en jeugdpsychiatrie nemen deel aan vijf aparte leertrajecten. In 2020 start - met bijkomende middelen - een apart traject specifiek voor de gemeenschapsinstellingen en voorzieningen beveiligend verblijf. De resultaten worden ruim verspreid en leiden tot beleidsaanbevelingen om het brede jeugdhulpveld te ondersteunen in het installeren van een positief leefklimaat. Beide trajecten lopen tot 31 december 2021.

Ginko project door ICOBA en Arktos: twee regionale lerende netwerken om agressiebeleid te analyseren, evalueren en optimaliseren via een vormings- en intervisietraject.

Ander ondersteunings- en vormingsaanbod van ICOBA

Het vermijden van en omgaan met agressie in de voorziening, in het kader van het intersectoraal akkoord VIA 5:

  • kalenderaanbod rond preventief agressiebeleid, positief leefklimaat, verbinding en herstel
  • voorzieningen ondersteunen in het opzetten en uitvoeren van een (preventief) agressiebeleid
  • voorzieningen ondersteunen in agressienazorg
  • bijdragen tot informatieverspreiding en competentieversterking rond agressie

Reflectie-instrument ‘bewuster omgaan met vrijheidsbeperkende maatregelen’

SAM en het Vlaams Platform Vrijheidsbeperkende Maatregelen ontwikkelden een reflectie-instrument dat helpt om een bewuster beleid voor vrijheidsbeperkende maatregelen uit te werken in de organisatie. Dit instrument vormt een belangrijke leidraad voor de inspecties in de voorzieningen voor minderjarigen met een handicap.

Studiedag rond vrijheidsbeperkende maatregelen – ervaringen van kinderen en jongeren

In een gezamenlijk traject en ter voorbereiding van de studiedag ‘Sleutelmomenten, afzondering en isolatie vanuit de ervaringen van kinderen en jongeren’, verzamelden het Kinderrechtencommissariaat, de Vlaamse Jeugdraad en vzw Cachet heel wat interessant materiaal. Ze focusten hierbij sterk op de beleving en ervaringen van kinderen en jongeren, via getuigenissen en filmpjes.

Infrastructuur speelt een belangrijke rol in het creëren van een positief leefklimaat en de preventie van agressie en escalatie, en daarmee de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen. Voorzieningen kunnen daarom beroep doen op bijkomende infrastructurele middelen.

Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) lanceert een derde oproep rond maatregelen tegen agressie, vrijheidsbeperking of -beroving van jongeren die in een voorziening verblijven. Deze maatregelen bieden de mogelijkheid om, naast de bestaande VIPA-middelen voor grondige renovatie en nieuwbouw, in een bestaande infrastructuur gerichte ingrepen uit te voeren. Dit kan gaan over de inrichting van een binnenruimte, maar ook de aanleg van de buitenruimte. De oproep richt zich tot residentiële voorzieningen die werken met minderjarigen in de sectoren jeugdhulp, personen met een handicap en kinder- en jeugdpsychiatrie.

Meer weten