Begeleiding na uithandengeving

1. informatieverstrekking

Na de administratieve afhandeling van de opname, onthaalt de directeur de jongere. Hij licht toe  hoe het verblijf verloopt, welke de functies van het personeel zijn, welke rechten de jongere heeft en wat de contactmogelijkheden zijn. Ook de tuchtprocedure komt aan bod. De jongere kan diezelfde dag zijn ouders telefonisch inlichten over zijn verblijfplaats. Verder krijgt hij gerichte informatie van de bewakingsassistenten (BA’s), de medische dienst en de psychosociale dienst (PSD).

2. informatieverzameling

De PSD vergaart zoveel mogelijk informatie over de aanleiding van de plaatsing van de jongere, zijn context en zijn levensstijl. Met goedkeuring van de jongere worden de eerdere instellingen waar hij verbleef, gecontacteerd. De gerechtelijke bundel wordt opgevraagd bij het parket.  

3. verblijf

De gemeenschapsinstelling begeleidt de uithanden gegeven jongeren om hen voor te bereiden op zelfstandig wonen en werken. Wonen, werken en vrije tijd zijn daarom centrale thema’s bij het verblijf.

4. onderwijs, opleiding en vorming

Voor de naleving van de leerplicht (minderjarigen) of het recht op onderwijs (meerderjarigen), is er dagelijks onderwijs, opleiding en vorming door externe vormingspartners. Er is ook een eigen onderwijsaanbod. Doel is competentie- en kennisverhoging bij de jongeren en het wegwerken van hun leerachterstand.  

5. motiverende gesprekken

De PSD en leerkrachten voeren gesprekken met de jongere die hem aanzetten tot reflectie over zijn huidige situatie en zijn toekomst, en hem aansporen om te werken aan een positieve invulling van een persoonlijk betekenisvol en sociaal aanvaard leven.

6. trajectoverleg in het kader van het reclasseringstraject

Als de jongere een verzoek heeft ingediend voor een strafuitvoeringsmodaliteit - bv. een uitgaansvergunning, penitentiair verlof, beperkte detentie, elektronisch toezicht, voorwaardelijke invrijheidstelling, voorlopige invrijheidstelling -, is er systematisch overleg tussen de PSD of andere diensten en de jongere.

7. aanvraag tot strafuitvoeringsmodaliteiten

De jongere dient een aanvraag tot strafuitvoeringsmodaliteit in met het daartoe bestemde formulier. Daarop maken de jongere en betrokken diensten een toekomstplan op dat verschillende levensdomeinen bestrijkt: werken, wonen, financiën, psychosociale begeleiding, vrije tijd, inspanningen ten aanzien van slachtoffer(s). Dat leidt tot een gemotiveerde beslissing, over het al dan niet toekennen van de aanvraag.

8. advies

PSD en directie schrijven adviesverslagen als een gedetineerde een aanvraag voor een strafuitvoeringsmodaliteit indient. Deze adviezen evalueren de realisaties betreffende wonen en werk, psychosociale begeleiding, financiële middelen, inspanning ten aanzien van de slachtoffers, en beoordelen het risico op recidive.  

9. externe hulp- en dienstverlening

De hulp- en dienstverlening gebeurt door partners in structurele of projectmatige samenwerkingsverbanden. Zij bieden activiteiten aan op het vlak van cultuur, gezondheid, onderwijs, sport, tewerkstelling en welzijn, en helpen zo reclasseringsplannen te realiseren.

10. contact met de justitie-assistent

Voor een maatschappelijke enquête in functie van de woonstreclassering, schakelt de PSD het Justitiehuis van het arrondissement in waar de jongere zich wil reclasseren. Het Justitiehuis kent de opdracht toe aan één van zijn justitieassistenten.

11. reclasseringsplan

De jongere maakt, in samenwerking met PSD en/of justitieel welzijnswerk, een toekomstplan op dat verschillende levensdomeinen bestrijkt: werken, wonen, financiën, psychosociale begeleiding, vrije tijd, inspanningen ten aanzien van het slachtoffer.

Meer weten? Neem een kijkje bij het Vlaams detentiecentrum.